Ze liet die leeuw komen, die de demonen verslindde.
Toen volgden herhalingen van de kreten van ‘Kill, Kill’ aan de andere kant en de ruiters vielen.
Er zijn veel renners aan het rennen.
Aan de ene kant kwamen de ruiters in beweging en vielen allemaal aan.
Voer een grote oorlog
Ze haalden hun wapens tevoorschijn en begonnen een vreselijke oorlog te voeren.
Ze slaan slechts één keer toe.
De opvallend scherpe randen van de zwaarden zien er indrukwekkend uit, het kloppen op de schilden en
(Waar vonken van vuur uit komen.
Door de botsing van de zwaarden ontstaan vonken, die door de goden vanuit de lucht worden gezien.430.
(Krijgers) (koesteren) uitdagend hun waardigheid.
Hij, op wie de krijgers aanvallen, ze stoten hem de scherpe randen van hun armen toe,
En ze vechten.
De schreeuw van ‘Kill, Kill’ klinkt weer en de krijgers die trillen van woede zien er indrukwekkend uit.
De offerstrijders zijn verenigd (onder elkaar),
De grote strijders hebben met elkaar gevochten en de pantsers worden door de pijlen verscheurd
Die af en toe barsten
De pijlen worden knetterend afgevuurd en het rinkelende geluid is hoorbaar.432.
Pijlen regenen naar beneden.
Er valt een regen van pijlen en het lijkt erop dat de hele wereld in de oorlog verwikkeld is
Verwikkeld in oorlog met woede
De krijgers slaan woedend hun slagen over elkaar heen en hakken (de ledematen) in stukken.433.
Dhal-dhal komt van Dhal,
De gevallen schilden worden opgepakt en de strijdkrachten van de vijand worden verscheurd
(Veel) speren worden met speren geslagen
De lansen vallen om en worden op wonderbaarlijke wijze gebruikt.434.
Hoeveel liggen er op de grond.
Veel mensen liggen op de aarde en veel van degenen die gevallen zijn, staan op en staan op
Ze hebben zich opnieuw in de strijd gevoegd.
Omdat ze opgaan in de oorlog, slaan en breken ze buitensporig hun zwaarden.435.
De helden zijn in de vreugde van moed.
De krijgers vechten met krijgers en verscheuren ze met hun wapens
Opvallend pantser
Zij zorgen ervoor dat de wapens naar beneden vallen en veroorzaken wonden met hun armen.436.
Vandaar de koning der apen (Sugriva).
Aan deze kant worden de pijlen afgevuurd en aan die kant doet Kumbhkaran zijn werk: het vernietigen van het leger.
(Uiteindelijk doodde Sugriva Sal door zijn speer te graven,
Maar uiteindelijk viel die broer van Ravana neer als de boom van saal.437.
(Zijn) beide benen waren gebroken,
(van wie) de bloedstroom stroomde.
Ram zag het vallen
Dat het grote kwaadaardige account is begonnen. 438.
In die tijd schoot (Rama) pijlen,
Zijn beide benen kraakten en daaruit kwam een voortdurende stroom bloed naar buiten.
(Rama's) hand met de gedode pijl
Ram zag en schoot een pijl, waarbij Kumbhkaran omkwam.439.
De goden waren tevreden
In hun vreugde lieten de goden bloemen vallen. Toen Ranvana, de koning van Lanka,
Ravana hoorde (de dood van Kumbhakaran),