(De koning) gaf alle koninklijke regelingen op en werd een toegewijde van Jogi
En zat onder zijn raam rook te maken. 22.
vierentwintig:
De prinses bracht een aalmoes
En gaf hem te eten met haar hand.
's Nachts als alle mensen slapen
Dus genoten ze allebei van elkaar. 23.
Op deze manier bereikten de Kumari groot geluk
En liet alle mensen geloven.
Alle mensen noemden hem Jogi
En niemand erkende (hem) als koning. 24.
Op een dag ging Kumari naar haar vader
(En hij) begon harde woorden te spreken.
Toen werd de koning erg boos
En verbannen de dochter. 25.
Banwas huilde veel van bovenaf.
Maar ze verwijderde altijd al het verdriet van Chit (wat betekende dat ze gelukkig was en dat zei)
God heeft mijn werk voltooid
Dat de vader mij ballingschap heeft gegeven. 26.
De koning zei dit tegen de bedienden
Dat dit meisje snel (van hier) verwijderd moet worden.
Waar er een verschrikkelijke verschrikking is,
Haal het daar meteen weg. 27.
De bedienden namen hem mee
En hij kreeg een breuk in het broodje.
Die koning kwam daar ook
En daar nam hij plaats. 28.
Eerst goed met hem gespeeld
En gevuld (de geest) door zich over te geven aan verschillende dingen.
Zet hem dan op het paard
En nam de weg naar zijn stad. 29.
Hier is de conclusie van de 257e charitra van Mantri Bhup Sambad van Tria Charitra van Sri Charitropakhyan, alles is veelbelovend. 257,4856. gaat door
vierentwintig:
Een koning genaamd Hansa Dhuj luisterde altijd
Wiens kracht en pracht door de hele wereld werd geloofd.
Er was een dame in zijn huis genaamd Kesotama.
Zo'n (mooie vrouw) is nog niet eerder gehoord en niet met mijn ogen gezien. 1.
Er was een meisje genaamd Hans Mati in hun huis.
(Hij) was goed opgeleid in grammatica, coke en vele andere wetenschappen.
Er was niemand anders zoals hij in de wereld.
Als hij hem zag, werd zelfs de zon onderweg moe. 2.
onbuigzaam:
Die vrouw werd beschouwd als de mooiste ter wereld.
Er was geen andere schoonheid zoals zij.
Joban en schoonheid waren erg mooi op haar lichaam.
Zelfs de zon, de maan en Kama Dev werden verlegen bij het zien van zijn beeld. 3.
(Op een dag) toen de vrouw de vorm zag van een zachtaardige maagd
(Dus dat begonnen ze te denken) niemand heeft zoiets gezien (mooi) en niemand heeft iets gezegd.