Sri Dasam Granth

Pagina - 578


ਕਿ ਬਜੈਤਿ ਢੋਲੰ ॥
ki bajait dtolan |

Ergens spelen trommels,

ਕਿ ਬਕੈਤਿ ਬੋਲੰ ॥
ki bakait bolan |

Geiten roepen,

ਕਿ ਬਜੇ ਨਗਾਰੇ ॥
ki baje nagaare |

de klokken luiden,

ਕਿ ਜੁਟੇ ਹਠਿਆਰੇ ॥੨੭੧॥
ki jutte hatthiaare |271|

De trommels worden gespeeld en de krijgers schreeuwen, de trompetten klinken en de volhardende krijgers vechten met elkaar.271.

ਉਛਕੈਤਿ ਤਾਜੀ ॥
auchhakait taajee |

Ergens springen de paarden,

ਹਮਕੈਤ ਗਾਜੀ ॥
hamakait gaajee |

Helden zijn trots,

ਛੁਟਕੈਤ ਤੀਰੰ ॥
chhuttakait teeran |

Pijlen schieten,

ਭਟਕੈਤ ਭੀਰੰ ॥੨੭੨॥
bhattakait bheeran |272|

De krijgers donderen, de paarden springen, de pijlen worden afgevuurd en de strijders dwalen af in de menigte.272.

ਭਵਾਨੀ ਛੰਦ ॥
bhavaanee chhand |

BHAVANI STANZA

ਜਹਾ ਬੀਰ ਜੁਟੈ ॥
jahaa beer juttai |

Waar de krijgers zijn verzameld (om daar te vechten)

ਸਬੈ ਠਾਟ ਠਟੈ ॥
sabai tthaatt tthattai |

Maakt alle plannen.

ਕਿ ਨੇਜੇ ਪਲਟੈ ॥
ki neje palattai |

Ze weren (vijanden) af met speren

ਚਮਤਕਾਰ ਛੁਟੈ ॥੨੭੩॥
chamatakaar chhuttai |273|

Waar de krijgers op het slagveld vechten, is er veel pracht en praal, wanneer de lansen ondersteboven worden gehouden, vindt er een wonder plaats (dat alle krijgers worden gedood).273.

ਜਹਾ ਸਾਰ ਬਜੈ ॥
jahaa saar bajai |

Waar ijzer ijzer raakt,

ਤਹਾ ਬੀਰ ਗਜੈ ॥
tahaa beer gajai |

Strijders brullen daar.

ਮਿਲੈ ਸੰਜ ਸਜੈ ॥
milai sanj sajai |

Gepantserd en ontmoet (onder andere)

ਨ ਦ੍ਵੈ ਪੈਗ ਭਜੈ ॥੨੭੪॥
n dvai paig bhajai |274|

Waar het staal botst, daar donderen de krijgers, de pantsers botsen met de pantsers, maar de krijgers gaan niet eens twee stappen terug.274.

ਕਹੂੰ ਭੂਰ ਭਾਜੈ ॥
kahoon bhoor bhaajai |

Ergens rennen veel (lafaards) weg,

ਕਹੂੰ ਵੀਰ ਗਾਜੈ ॥
kahoon veer gaajai |

Ergens brullen de helden,

ਕਹੂੰ ਜੋਧ ਜੁਟੈ ॥
kahoon jodh juttai |

Ergens zijn de krijgers verzameld,

ਕਹੂੰ ਟੋਪ ਟੁਟੈ ॥੨੭੫॥
kahoon ttop ttuttai |275|

Ergens rennen de paarden, ergens donderen de krijgers, ergens zijn de heldhaftige strijders aan het vechten en ergens vallen de krijgers met het breken van hun helmen naar beneden.275.

ਜਹਾ ਜੋਧ ਜੁਟੈ ॥
jahaa jodh juttai |

Waar de krijgers verzameld zijn,

ਤਹਾ ਅਸਤ੍ਰ ਛੁਟੈ ॥
tahaa asatr chhuttai |

Er worden wapens vrijgegeven,

ਨ੍ਰਿਭੈ ਸਸਤ੍ਰ ਕਟੈ ॥
nribhai sasatr kattai |

De onbevreesden (krijgers) snijden met het pantser van de vijand,