En toen hij de vrouw vermomd als man zag, werd hij erg boos.
Wat mijn vriendin mij vertelde
Ik heb ze met eigen ogen gezien. 8.
Hij haalde zijn kirpan tevoorschijn en vermoordde hem.
Maar de koningin pakte de hand van haar man (en zei):
Je eigen vrouw is vermomd als die man.
O dwaas! Je hebt het als een vriend beschouwd. 9.
Toen de koning haar tot vrouw nam,
Toen kwam de woede in zijn geest naar beneden.
Dit is wat de vrouw zei:
O dwaze koning! Luister naar mij. 10.
In dit dorp woont een brahmaan.
Zijn naam is Chandra Chud Ojha.
Vraag het hem eerst en vervul de goddelijke straf.
Laat ons dan je gezicht zien. 11.
Toen de koning naar die kant ging.
Toen vermomde de koningin zich als brahmaan.
Hij veranderde zijn naam in Chandra Chur
En bereikte het huis van de koning. 12.
De koning was blij zijn naam te horen
En begon hem te zien als Chandrachud.
waarvoor ik naar het buitenland moest,
Het was goed dat hij naar ons land kwam. 13.
Toen de koning hem ging vragen:
Dus de vrouw die een brahmaan werd, zei dit.
die onschuldigen beschuldigt,
Hij lijdt veel in Jampuri. 14.
Daar wordt hij vastgebonden aan een pilaar
En er wordt hete olie op zijn lichaam gedaan.
Zijn vlees wordt met messen gesneden
En wordt in de put van de hel geworpen. 15.
(Daarom) O koning! Bestel koeienmest (pathians).
En bouw zijn brandstapel.
Als iemand zich daarin verbrandt,
Hij wordt dus niet opgehangen in Jam Puri. 16.
dubbel:
Toen de koning de woorden hoorde van de brahmaan die een vrouw was geworden, vroeg hij om koeienmest
En hij zat er zelf in en verbrandde. Maar kon het karakter van de vrouw niet begrijpen. 17.
Hier is het einde van de 369e charitra van Mantri Bhup Sambad van Tria Charitra van Sri Charitropakhyan, alles is veelbelovend.369.6700. gaat door
vierentwintig:
Er was vroeger een koning genaamd Byaghra Ketu.
Een uitvinder als hij had geen andere gecreëerd.
Daar woonde de stad Byagravati
Die ook verliefd was op Indrapuri. 1.
Zijn vrouw was Abdal Mati
Er was geen menselijke of slangenvrouw die aan haar gelijk was.
Er was een knappe zoon van een sjah.
(Het leek) alsof alleen degene met wenkbrauwen (Kama Dev) versierd was. 2.