Toen hij het niet kon vinden, zonder onderscheidingsvermogen, hield hij zich gewoon stil.(9)(1)
Vijfenveertigste gelijkenis van het gesprek van de veelbelovende christenen tussen de Raja en de minister, aangevuld met een zegen. (45)(806)
Dohira
Een Quazi in Kasjmir had een vrouw,
Die bedreven was in magische toverspreuken, bezweringen en het vermogen tot occultisme.(1)
Chaupaee
De naam van haar man was Adal Muhammad
De naam van haar man was Adal Mohammed, en hij was zeer bedreven in het uitvoeren van gerechtigheid.
De naam van haar man was Adal Mohammed, en hij was zeer bedreven in het uitvoeren van gerechtigheid.
De vrouw stond bekend als Noor Bibi, en veel mensen bedreef de liefde met haar.(2)
De vrouw stond bekend als Noor Bibi, en veel mensen bedreef de liefde met haar.(2)
Eens had ze seks met een Jat zonder enige overweging van de Quazi.
(Ze was daar blij mee) tot dan kwam Hazrat (Qazi).
Precies op hetzelfde moment kwam Quazi; ze verborg de vriendin onder het bed.(3)
Dohira
Ze begon de Koran te lezen en had Jat gedwongen zich onder het bed te verstoppen.
Ze charmeerde de Quazi door de liefdespijlen door haar ogen te laten schieten.(4)
Chaupaee
Kazi werd op bed gelegd
Quazi ging op het bed zitten en bedreef toen de liefde met haar.
Het kon hem helemaal niets schelen
Ze schaamde zich niet en daar beneden begon Jat de slagen te tellen.(5)
Dohira
Nadat ze de liefde had bedreven, stuurde ze de Quazi weg,
Toen haalde ze de Jat onder het bed vandaan en omhelsde hem.
Chaupaee
(Ze begon te zeggen-) O vriend! Luister naar mij.
Ik heb veel bewondering voor Kazi.
(Ik) sloeg hem veel met schoenen,
Daarom werd er veel geschreeuwd. 7.
Dohira
Ze zei: 'Mijn vriend, luister naar me, ik heb Quazi genoeg verslagen,
'Ik sloeg hem met een schoen, daarom was er veel lawaai.(8)
(Hij antwoordde:) 'Het is waar dat ik de geluiden ook hoorde.'
Hoofdkrakend vertrok hij naar zijn huis en kon het mysterie niet onderscheiden.(9)(l)
Zesenveertigste gelijkenis van het gesprek van de veelbelovende christenen tussen de Raja en de minister, aangevuld met een zegen. (46)(813)
Chaupaee
Wij hebben een verhaal met onze oren gehoord
Dit is een verhaal dat we met onze eigen oren hebben gehoord. In Haryabad woonde vroeger een vrouw.
Dit is een verhaal dat we met onze eigen oren hebben gehoord. In Haryabad woonde vroeger een vrouw.
Haar naam was Baadal Kumari; ze was over de hele wereld bekend.(1)
Hij nodigde een Mughal uit bij hem thuis
Ze nodigde een Mughal bij haar thuis uit en serveerde hem heerlijke gerechten.
Hij (de Mughal) strekte zijn hand uit om gemeenschap te hebben met de vrouw,
Ze nodigde hem uit om de liefde te bedrijven, waarna ze hem met schoenen sloeg (en hij viel flauw).(2)
Ze nodigde hem uit om de liefde te bedrijven, waarna ze hem met schoenen sloeg (en hij viel flauw).(2)
Nadat ze Mughal had verslagen, rende ze schreeuwend naar buiten, terwijl ze hoorde welke mensen zich verzamelden.
Nadat ze Mughal had verslagen, rende ze schreeuwend naar buiten, terwijl ze hoorde welke mensen zich verzamelden.