Je hebt mij goed verwend
En heeft mijn geest geboeid.
doe u geen pijn (dwz doodt niet).
En ik haal je eruit (vanaf hier) door een personage te maken. 5.
onbuigzaam:
Als de zon half op is, zal ik het met mijn ogen zien
Dan zal ik je hand vasthouden en je de rivier in duwen.
Dan sla je veel met je handen en voeten
En zeg met luide stem: 'Verdrink, verdronken'. 6.
Toen grepen ze hem en duwden hem de rivier in.
(Toen) begon die kerel in zijn handen en voeten te klappen en luid te schreeuwen.
Veel mensen kwamen om hem te zien verdrinken
En redde hem hand in hand. 7.
Hier is de conclusie van het 155e hoofdstuk van Mantri Bhup Samvad van Tria Charitra van Sri Charitropakhyan: alles is veelbelovend. 155,3086. gaat door
vierentwintig:
Hij heette (een) Chaudhari van Madra Des.
Zijn naam was (mensen) genaamd Roshan Singh.
Kandrap Kala was zijn vrouw
(Die) de vogels, herten (of wilde dieren), Yaksha's en Bhujanga's in vervoering brachten. 1.
Er was veel graan en rijkdom in zijn huis.
De eigenaar zorgde elke dag voor hem.
die altijd kwam om een Jogi (saadh) te zoeken,
Hij ging altijd naar huis met de gevraagde gunst (donatie). 2.
onbuigzaam:
Er kwam een Jogi.
Zelfs Kam Dev ('Jhak Ketu') raakte altijd in de val bij het zien van zijn beeltenis.
God had (hem) een prachtige vorm gegeven
Zoals er in het verleden, de toekomst en het heden niemand zal zijn geweest. 3.
Kandrap Kala was gefascineerd door het zien van zijn beeltenis.
Ze verdronk in de Birhon-rivier.
Hij stuurde een meid en belde hem naar huis.
Speelde vrolijk met hem mee. 4.
(Toen) de Chaubutra van de Panchas vertrok en naar de Chaudhary (huis) kwam.
(Toen) Choudharani verborg hem (Jogi) in een cel.
Toen werd hij boos en zei tegen die dwaas (Chaudhri).
Dat er honderd schoenen in je hoofd geslagen moeten worden. 5.
In uw koninkrijk heb ik geen mooie kleren om mijn lichaam gedaan.
Er is geen goed huis gebouwd, noch is er geld gegeven.
Geen van beiden is naar de wereld gekomen en heeft plezier gehad.
Ook heeft hij de brahmanen niet geroepen en enige liefdadigheid gegeven enz. 6.
vierentwintig:
Toen zei die dwaas dit
Dat ik geen rijkdom voor je heb achtergehouden (verborgen).
Geef aan wie je wilt.
Geef helemaal niets om mij.7.
onbuigzaam:
(Zei de vrouw) Zilver (de verdienste van een schenking) is twee keer zo bekend als een schenking van koper.
Goud (donatie) wordt als vier keer (verdienstelijk) beschouwd dan zilveren donatie.