Tijdens de jacht kwam hij naar haar huis.(4)
Dohira
Na de jacht bedreef hij de liefde met dat meisje.
Intussen arriveerde de boer die er uitzag als een lelijke beer.(5)
De komst van de boer maakte de Raja bang, maar de vrouw bracht hem tot bedaren.
'Wees niet bang. Terwijl de boer nog toekijkt, zal ik je dwingen over te steken door je voet op zijn hoofd te zetten.'(6)
Arril
(Hij) verborg de koning in een kast
Ze verborg de Raja in de donkere kamer binnen, kwam huilend naar buiten en zei
Ik had een nachtmerrie tijdens de nacht.
Tegen die naïeve man: 'Ik heb vannacht een nare droom gehad dat je werd gebeten door een zwart reptiel.(7)
Dohira
'(Om een tegengif te zoeken) riep ik een brahmaan naar huis,
'En de brahmaan liet mij dit begrijpen.(8)
'Er manifesteerde zich een Raja-achtig persoon
Toen een kuise vrouw met toewijding mediteerde.(9)
'Als die persoon naar je toe komt lopen, zijn voeten op je hoofd zet en niets zegt,
'Dan zou je lang kunnen leven en mijn huwelijksdas kunnen redden.(10)
'Nu mediteer ik met jouw toestemming, omdat ik met jouw overlijden
Zal mezelf opofferen en samen met jouw leven (hierna) zal ik genieten van de rust.'(11)
Toen bemiddelde de vrouw en smeekte: 'Als ik kuis en deugdzaam ben,
Een persoonlijkheid zou zich moeten manifesteren en erover heen moeten lopen door één voet op het hoofd van mijn man te zetten.'(l2)
Toen hij dit hoorde, stond de Raja op en zette zijn voet op zijn hoofd
Over. En die dwaas, die vond dat zijn vrouw onberispelijk was, was opgetogen.( 13)(1)
Zesde gelijkenis van het gesprek van de veelbelovende christenen tussen de Raja en de minister, aangevuld met een zegen. (6)(133).
Dohira
Vroeger woonde een moslimvrouw in de stad Shahjehanbad.
Nu, met de nodige aanpassingen, vertel ik opnieuw het wonder dat ze verrichtte.(l)
Dag en nacht kwamen talloze mensen naar haar toe en bedrijven de liefde.
Zelfs de honden schaamden zich voor haar daden.(2)
Chaupaee
Ze was de dochter van een Mughal en
Haar naam was Zainabadi.
Zich overgeven aan het vrijen
Ze was schaamteloos geworden.(3)
Dohira
Een persoon genaamd Zaahid Khan was bij haar toen een andere persoon, genaamd Yusaf Khan, ook kwam.
Ze stond abrupt op en zei tegen Zaahid Khan: 'Ik heb de leek, de lekendokter, voor je gebeld.'(4)
Arril
Ze kwam naar voren en zei dat ze tevergeefs had gebeld:
Alleen voor hem (Zaahid Khan).
Ze benadrukte dat hij naar voren moest komen en zich onmiddellijk moest laten behandelen.
En vertrekt snel naar huis nadat hij ziektevrij is geworden.(5)
Dohira
'Als je naar dit huis rent, word je buiten adem, tijdens je slaap adem je raadselachtig en heb je altijd pijn in je knieën.
'Je lijdt aan een drievoudige ziekte,(6)
Arril
'Ik zal je laten behandelen, er valt niets te lachen.