Veel vijanden stierven.
Maar (uit hun midden) werden toen (andere reuzen) geboren en stonden op. 291.
Kal werd opnieuw boos en schoot pijlen
Die de reuzen doorboorde en overstak.
De reuzen werden toen erg boos
Begon de oorlog met Maha Kaal. 292.
Maha Kaal schoot vervolgens pijlen
En doodde de reuzen één voor één.
Uit hen (opnieuw in Ran-Bhoomi) werden anderen geboren
En stond voor Maha Kaal. 293.
Zoveel als er (de reuzen) kwamen, doodde Kali (het grote tijdperk) er zoveel.
Ze doodden de wagenmenners en de olifanten.
Er zijn er nog veel meer uit voortgekomen
En ze waren versierd als wagenmenners, olifanten en ruiters. 294.
Toen werd Kal boos en sloeg toe.
(Uiteindelijk) gingen veel reuzen naar Yama's huis.
Maha Kala pakte toen de boog (pijl) vast.
En doodde er honderd met één pijl. 295.
Honderd pijlen werden één voor één afgeschoten
(waaruit) honderddertig druppels bloed stroomden.
(Toen) werden honderd reuzen geboren en gestopt.
(Zij) zwaardzwaaiende, olifantrijdende, gepantserde troepen marcheerden naar voren. 296.
Kali (Maha Kaal) door duizendduizend vormen aan te nemen
Het brulde met enorme kracht.
Vikral lachte en zei 'kah kah'.
Hij trok zijn tanden uit en begon vuur uit zijn mond te spuwen. 297.
(Hij) schoot pijl voor pijl in het veld
En doodde duizendduizend reuzen.
Hoeveel krijgers werden gepakt en onder de kin gekauwd
En hoeveel krijgers hij onder zijn voeten verpletterde. 298.
Sommigen werden gevangen en opgegeten.
Er kon er geen één uit hen geboren worden.
Hoeveel zijn er visueel getekend
En trok het bloed van allen. 299.
Toen de reuzen bloedeloos werden,
(Toen) werden er geen andere reuzen meer geboren.
Ze ademden heel vermoeid uit
Waaruit vroeger (andere) reuzen verschenen. 300.
Toen trok Kaal de wind (naar hem toe),
Waardoor de hevige vijandschap afnam (dwz stopte) van toename.
Op deze manier is er sprake van aantrekking ('aantrekking').
(Vervolgens) versloeg de volledige kracht van de reuzen. 301.
De reuzen die 'doden doden' riepen,
Veel meer reuzen dan hij namen een lichaam aan.
Toen nam de tijd ook hun lied ('Bach') weg,
(Waardoor) de reuzen stopten met praten. 302.
Toen de reuzen ophielden met praten
Dan begint de geest zich zorgen te maken.
Daaruit zijn veel reuzen geboren (bezorgdheid).
En toen ze voor Maha Kaal kwamen, verzetten ze zich. 303.
Ze grepen wapens en sloegen toe van woede
(waarmee) Mahabir de krijgers bang maakte.
Maha Kal nam toen Gurj over
En verwijderde de vrucht van velen (van de reuzen). 304.
Hun fruit viel op de aarde,
Er ontstond een groter leger.
Ontelbare reuzen doden, doden
Boos wakker geworden (dwz klaar gemaakt) 305.
Kali (het grote tijdperk) rukte hun hoofden af.
Hun fruit viel op de aarde,
De reuzen werden wakker in de strijd en zeiden 'dood, dood' van hem
(Wie) was een groot krijger en moedig. 306.
Kal werd opnieuw boos en hield de strijdknots in zijn hand
En verpletterde de schedels van de vijanden.
Het maakt niet uit hoeveel stukken schedel er vallen,
Zoals veel reuzen vorm hebben aangenomen. 307.
Hoeveel mensen kwamen met Gurjah in hun handen.
Hoeveel kwamen er met zwaarden in de hand.
Ze werden boos,
Alsof de zondvloed in plaats daarvan dondert. 308.
Het zijn één voor één krijgers die duizenden wapens dragen
Call was aanvallend.