De koning van de Raghava-clan, die hem als dood beschouwde, werd bleek.
Einde van het hoofdstuk getiteld ‘Lakshman wordt bewusteloos’ in Ramvtar in BACHITTAR NATAK.
SANGEET BAHRAA STANZA
Toen Lachmana viel, vluchtte het leger apen.
De kracht van de apen liep op hol toen Lakshman viel en zijn wapens en armen in zijn hand greep. Ram was zeer woedend.
De stier (die de aarde droeg vanwege Rama's woede) werd bang en ook de rug van de schildpad verstijfde.
Met het kletterende geluid van de wapens van Ram, de Stier, beefde de steun van de aarde en schudde de aarde alsof de dag des oordeels was aangebroken.564.
ARDH NARAAJ STANZA
Er is een tweesnijdend zwaard getrokken
De tweesnijdende zwaarden kwamen tevoorschijn en Ram leek enorm indrukwekkend
Bheris maken vreselijke (geluiden).
Het geluid van de pauken werd gehoord en de gevangengenomen mensen begonnen te huilen.565.
Verbazingwekkende picturale pijlen
De krijgers vertrekken.
De krijgers lijken (dus) te vechten
Er ontstond een vreemd tafereel en de krachten van mannen en apen vielen op de demonische krachten met scherpe nagels, zoals de opstijgende wolken van de maand Sawan.566.
Zonden (vorm demonen) zwerven overal rond,
De krijgers zwerven aan alle vier de kanten rond voor de vernietiging van zonden en dagen elkaar uit
(Wie) hebben het lichaam verlaten
De dappere strijders verlaten hun lichamen, de goden roepen ���Bravo, Bravo���.567.
Scherpe pijlen vliegen,
De scherpe pijlen worden afgevuurd en de verschrikkelijke pauken weerklinken
(in de wildernis) klinken er ernstige oproepen,
De bedwelmende geluiden zijn van alle vier de kanten te horen.568.
Bhatt zingt Yash.
Shiva danst de Tandava-dans.
Parbati legt Rund Mala (op Shiva's nek).
Shiva en zijn Ganas (verzorgers) worden dansend gezien en het lijkt erop dat de vrouwelijke geesten lachen en hun hoofd buigen voor Parvati.569.
ANOOP NIRAAJ STANZA
Postbodes gaan boerend rond.
De vampieren zwerven rond en de paarden bewegen, waardoor een cirkelvormig spektakel ontstaat
Bandi Jan las Yash voor.
De krijgers worden gevangengenomen en roepen aan.570.
Opgeheven schilden rammelen.
De onbeschadigde zwaarden glanzen.
Pijlen bewegen.
Er klinken slagen van de zwaarden op de schilden en terwijl de pijlen door de koningen worden afgevuurd vallen de mensen en de apen op de aarde.571.
De zonen van monsters rennen rond,
Aan de andere kant gillen de apen
Pijlen en geweren schieten,
Vanwege datgene waarvoor de demonen vluchten, veroorzaken de geluiden van pijlen en andere wapens een verschrikkelijke en tumultueuze weerklank.
Vreselijke demonen woeden.
De groepen geesten voelen zich bang en perplex
Paarden met blaren hebben er last van.
De gepantserde paarden en brullende olifanten bewegen zich over het slagveld.573.
Er klinkt een eng geluid in de woestijn.
De goden worden ook bang bij het zien van de verschrikkelijke oorlog van de krijgers
De lichtzwaarden schijnen.