Kali dronk hun bloed en de dichter heeft dit beeld met betrekking tot Kali gecreëerd.
Zij volbracht deze prestatie als de grote mythologische opening waarin het water van alle oceanen samenvloeit.
De demonen werden gedood door Chnadi en Kali behandelde de Raktavija's in grote woede op deze manier:
Ze hield haar zwaard vast en daagde de demonen uit en schreeuwde luid, ze vernietigde het hele leger.
Kali at en dronk een enorme hoeveelheid vlees en bloed, de dichter heeft haar glorie als volgt afgebeeld:
Alsof hij door honger wordt gekweld, heeft de mens de gezouten curry gegeten en de soep overvloedig gedronken.
De oorlog die Raktavija op aarde voerde, werd door alle goden gezien.
Terwijl er veel bloeddruppels vallen, manifesteren zoveel demonen zich en komen naar voren.
De vampieren zijn van alle kanten gekomen, ze hebben gematteerde lokken op hun hoofd en kommen in hun handen.
Ze drinken de druppel bloed die in hun kommen valt en terwijl ze het zwaard pakken, gaat Chandi heel snel door met moorden.
Kali en Chandi, die de boog vasthouden, zijn zonder aarzelen de oorlog met de demonen begonnen.
Er vonden grote moordpartijen plaats op het slagveld, gedurende één uur van de dag rammelde het staal met het staal.
Raktavija is op de grond gevallen en op deze manier is het hoofd van de vijand gebroken.
Het leek erop dat de rijke persoon zich heeft losgemaakt van de rijkdommen en al zijn rijkdom heeft opgegeven. 171.,
SORATHA,
Chandi heeft (de demonen) vernietigd en Kali heeft hun bloed gedronken.
Op deze manier hebben ze allebei samen de hoofddemon Raktavija in een oogwenk gedood.172.
Einde van het vijfde hoofdstuk getiteld ‘Het doden van Raktavija’ in SRI CHANDI CHARITRA UKATI BILAS van Markandeya Purana.5.,
SWAYYA,
Een klein aantal demonen werd gered door weg te rennen. Ze gingen naar Sumbh en Nisumbh en vroegen hem:
���Ze hebben allebei Raktavija gedood en ook vele anderen gedood en vernietigd.���,
Toen hij deze woorden uit hun mond hoorde, sprak koning Sumbh aldus:
���Ik zal de woeste Chandi doden die zo voor haar uitgaat, net zoals de leeuw een geit in het bos neerslaat.173.,
DOHRA,