Sri Dasam Granth

Pagina - 1316


ਪੋਸਤ ਭਾਗਿ ਅਫੀਮ ਮੰਗਾਵਹਿ ॥
posat bhaag afeem mangaaveh |

Door maanzaad, hennep en opium te bestellen

ਏਕ ਸੇਜ ਦੋਊ ਬੈਠ ਚੜਾਵਹਿ ॥੭॥
ek sej doaoo baitth charraaveh |7|

Beiden zaten op één bed en aten.7.

ਕੈਫਹਿ ਹੋਤ ਰਸਮਸੇ ਜਬ ਹੀ ॥
kaifeh hot rasamase jab hee |

Zodra ze erg dronken waren,

ਕ੍ਰੀੜਾ ਕਰਤ ਦੋਊ ਮਿਲ ਤਬ ਹੀ ॥
kreerraa karat doaoo mil tab hee |

Pas toen speelden ze allebei rati-kreeda samen.

ਭਾਤਿ ਭਾਤਿ ਤਨ ਆਸਨ ਲੈ ਕੈ ॥
bhaat bhaat tan aasan lai kai |

Door verschillende houdingen te doen

ਚੁੰਬਨ ਔਰ ਅਲਿੰਗਨ ਕੈ ਕੈ ॥੮॥
chunban aauar alingan kai kai |8|

En door te kussen en te omhelzen (samengevoegd) ॥8॥

ਸ੍ਰਮਿਤ ਭਏ ਅਰੁ ਭੇ ਮਤਵਾਰੇ ॥
sramit bhe ar bhe matavaare |

Toen ze moe en dronken waren,

ਸੋਇ ਰਹੈ ਨਹਿ ਨੈਨ ਉਘਾਰੇ ॥
soe rahai neh nain ughaare |

Dus viel in slaap en deed zijn ogen niet open.

ਪ੍ਰਾਤਿ ਪਿਤਾ ਤਾ ਕੌ ਤਹ ਆਯੋ ॥
praat pitaa taa kau tah aayo |

Zijn vader kwam daar 's ochtends.

ਜਾਇ ਸਹਚਰੀ ਤਿਨੈ ਜਗਾਯੋ ॥੯॥
jaae sahacharee tinai jagaayo |9|

Sakhi ging hen wakker maken. 9.

ਵਹੈ ਸਖੀ ਤਿਹ ਬਹੁਰਿ ਪਠਾਈ ॥
vahai sakhee tih bahur patthaaee |

Die Sakhi werd daar vervolgens (terug) gestuurd.

ਯੌ ਕਹਿਯਹੁ ਰਾਜਾ ਸੌ ਜਾਈ ॥
yau kahiyahu raajaa sau jaaee |

Dat zei tegen de koning

ਚੌਕਾ ਪਰਾ ਭੋਜ ਦਿਜ ਕਾਰਨ ॥
chauakaa paraa bhoj dij kaaran |

Dat het feest van de brahmanen is voorbereid.

ਬਿਨੁ ਨ੍ਰਹਾਏ ਨ੍ਰਿਪ ਤਹ ਨ ਸਿਧਾਰਨ ॥੧੦॥
bin nrahaae nrip tah na sidhaaran |10|

(Daarom) mag de koning niet binnenkomen zonder een bad te nemen. 10.

ਬਸਤ੍ਰੁਤਾਰਿ ਕਰ ਇਹੀ ਅਨਾਵਹੁ ॥
basatrutaar kar ihee anaavahu |

(zei Sakhi) Trek je kleren uit en ga hier een bad nemen.

ਬਹੁਰ ਸੁਤਾ ਕੇ ਧਾਮ ਸਿਧਾਵਹੁ ॥
bahur sutaa ke dhaam sidhaavahu |

Ga dan naar het huis van het meisje.

ਭੂਪ ਬਚਨ ਸੁਨਿ ਬਸਤ੍ਰ ਉਤਾਰੇ ॥
bhoop bachan sun basatr utaare |

Toen hij dit hoorde, deed de koning zijn wapenrusting af

ਚਹਬਚਾ ਮਹਿ ਨ੍ਰਹਾਨ ਸਿਧਾਰੇ ॥੧੧॥
chahabachaa meh nrahaan sidhaare |11|

En ging een bad nemen in Chowbache. 11.

ਜਬ ਡੁਬਿਆ ਕਹ ਭੂਪਤ ਲੀਨਾ ॥
jab ddubiaa kah bhoopat leenaa |

Toen de koning dook,

ਤਬ ਹੀ ਕਾਢਿ ਮਿਤ੍ਰ ਕਹ ਦੀਨਾ ॥
tab hee kaadt mitr kah deenaa |

Pas toen verwijderde (Raj Kumari) Mitra.

ਬਸਤ੍ਰ ਪਹਿਰਿ ਫਿਰਿ ਤਹਾ ਸਿਧਾਯੋ ॥
basatr pahir fir tahaa sidhaayo |

Nadat hij zijn wapenrusting had aangetrokken, ging (de koning) er opnieuw heen.

ਭੇਦ ਅਭੇਦ ਨ ਕਛੁ ਜੜ ਪਾਯੋ ॥੧੨॥
bhed abhed na kachh jarr paayo |12|

De dwaas begreep het verschil niet. 12.

ਦੋਹਰਾ ॥
doharaa |

dubbel:

ਸ੍ਯਾਨੋ ਭੂਪ ਕਹਾਤ ਥੋ ਭਾਗ ਨ ਭੂਲ ਚਬਾਇ ॥
sayaano bhoop kahaat tho bhaag na bhool chabaae |

Die koning noemde zichzelf wijs en vergat niet bhang te consumeren.

ਇਹ ਛਲ ਛਲਿ ਅਮਲੀ ਗਯੋ ਪਨਹੀ ਮੂੰਡ ਲਗਾਇ ॥੧੩॥
eih chhal chhal amalee gayo panahee moondd lagaae |13|

Met deze truc ging hij er met een praktische truc vandoor en sloeg de schoen op het hoofd van (die koning). 13.

ਇਤਿ ਸ੍ਰੀ ਚਰਿਤ੍ਰ ਪਖ੍ਯਾਨੇ ਤ੍ਰਿਯਾ ਚਰਿਤ੍ਰੇ ਮੰਤ੍ਰੀ ਭੂਪ ਸੰਬਾਦੇ ਤੀਨ ਸੌ ਪੈਸਠਿ ਚਰਿਤ੍ਰ ਸਮਾਪਤਮ ਸਤੁ ਸੁਭਮ ਸਤੁ ॥੩੬੫॥੬੬੩੩॥ਅਫਜੂੰ॥
eit sree charitr pakhayaane triyaa charitre mantree bhoop sanbaade teen sau paisatth charitr samaapatam sat subham sat |365|6633|afajoon|

Hier is de conclusie van de 365e charitra van Mantri Bhup Sambad van Tria Charitra van Sri Charitropakhyan, alles is veelbelovend.365.6633. gaat door

ਚੌਪਈ ॥
chauapee |

vierentwintig:

ਸੁਨੁ ਰਾਜਾ ਇਕ ਔਰ ਪ੍ਰਸੰਗਾ ॥
sun raajaa ik aauar prasangaa |

O Rajan! Luister naar een ander geval,

ਜਸ ਛਲ ਕੀਨਾ ਨਾਰਿ ਸੁਰੰਗਾ ॥
jas chhal keenaa naar surangaa |

Zoals (één) met mooie ledematen deed het.

ਛਿਤਪਤਿ ਸਿੰਘ ਇਕ ਭੂਪਤ ਬਰ ॥
chhitapat singh ik bhoopat bar |

Er was een goede koning genaamd Chitpati.

ਅਬਲਾ ਦੇ ਰਾਨੀ ਜਾ ਕੇ ਘਰ ॥੧॥
abalaa de raanee jaa ke ghar |1|

In zijn huis was er een vrouw genaamd Abla (Dei). 1.

ਨਾਭ ਮਤੀ ਦੁਹਿਤਾ ਤਿਹ ਸੋਹੈ ॥
naabh matee duhitaa tih sohai |

De naam van zijn dochter was Nabha Mati.

ਸੁਰ ਨਰ ਨਾਗ ਅਸੁਰ ਮਨ ਮੋਹੈ ॥
sur nar naag asur man mohai |

Ze betoverde de harten van goden, mensen, naga's en demonen.

ਪਦੁਮਾਵਤੀ ਨਗਰ ਤਿਹ ਰਾਜਤ ॥
padumaavatee nagar tih raajat |

Vroeger was er (één) Padumavati Nagar

ਇੰਦ੍ਰਾਵਤੀ ਨਿਰਖਿ ਤਿਹ ਲਾਜਤ ॥੨॥
eindraavatee nirakh tih laajat |2|

Toen ik zag waar zelfs Indravati (stad) zich voor schaamde. 2.

ਬੀਰ ਕਰਨ ਰਾਜਾ ਇਕ ਔਰੈ ॥
beer karan raajaa ik aauarai |

Er was nog een koning genaamd Bir Karan

ਭਦ੍ਰਾਵਤੀ ਬਸਤ ਥੋ ਠੌਰੈ ॥
bhadraavatee basat tho tthauarai |

die in de stad Bhadravati woonde.

ਐਂਠੀ ਸਿੰਘ ਪੂਤ ਤਿਹ ਜਾਯੋ ॥
aaintthee singh poot tih jaayo |

Een zoon genaamd Ethi Singh werd geboren in zijn (huis).

ਨਿਰਖਿ ਮਦਨ ਜਿਹ ਰੂਪ ਬਿਕਾਯੋ ॥੩॥
nirakh madan jih roop bikaayo |3|

Als je de vorm ziet waarvan zelfs Kama Dev vroeger werd verkocht. 3.

ਨ੍ਰਿਪ ਸੁਤ ਖੇਲਨ ਚੜਾ ਸਿਕਾਰਾ ॥
nrip sut khelan charraa sikaaraa |

(Hij) Raj Kumar ging jagen

ਆਵਤ ਭਯੋ ਤਿਹ ਨਗਰ ਮਝਾਰਾ ॥
aavat bhayo tih nagar majhaaraa |

En kwam naar die stad

ਨ੍ਰਹਾਵਤ ਹੁਤੀ ਜਹਾ ਨ੍ਰਿਪ ਬਾਰਿ ॥
nrahaavat hutee jahaa nrip baar |

Waar de koningsdochter aan het baden was.

ਥਕਤਿ ਰਹਾ ਤਿਹ ਰੂਪ ਨਿਹਾਰਿ ॥੪॥
thakat rahaa tih roop nihaar |4|

Nadat hij zijn vorm had gezien, viel Sithal. 4.

ਰਾਜ ਸੁਤਾ ਤਿਹ ਊਪਰ ਅਟਕੀ ॥
raaj sutaa tih aoopar attakee |

Raj Kumari (die hem ook zag) werd verliefd op hem

ਬਿਸਰਿ ਗਈ ਉਤ ਤਿਹ ਸੁਧਿ ਘਟ ਕੀ ॥
bisar gee ut tih sudh ghatt kee |

En op dat moment vergat hij de pure wijsheid van het lichaam.

ਰੀਝ ਰਹੇ ਦੋਨੋ ਮਨ ਮਾਹੀ ॥
reejh rahe dono man maahee |

Beiden waren boos (op elkaar).

ਕਛੂ ਰਹੀ ਦੁਹੂੰਅਨਿ ਸੁਧਿ ਨਾਹੀ ॥੫॥
kachhoo rahee duhoonan sudh naahee |5|

Er was voor beiden geen duidelijke wijsheid. 5.

ਤਰੁਨਿ ਗਿਰਾ ਜਬ ਚਤੁਰ ਨਿਹਰਾ ॥
tarun giraa jab chatur niharaa |

Toen Kumari die slimme man zag liggen,