Toen hij al zijn bezittingen en paarden verloor, zei die slimme man:(32)
(Ik) zal je dan als een verlamde beschouwen
'Ik accepteer je alleen als schaakmeester als je doet wat ik zeg.
Er wordt Sirkap (schaken met de koning) gespeeld
'Je speelt het spel met de moordenaar-Raja en komt levend thuis.'(33)
Nadat hij deze woorden had gehoord, stapte Risalau op het paard
Hierop luisterend, besteeg Rasaloo zijn paard en begon zijn reis.
Kwam naar het land Sirkap
Hij kwam naar het land van de moordenaar Raja en begon met die Raja te spelen.
Toen speelde Sirkap vele trucjes,
Ondanks al zijn slimheid verloor de moordenaar-Raja al zijn armen, kleding en bezittingen.
Omdat hij geld verloor, wedde hij met zijn hoofd,
Nadat hij al zijn rijkdom had verloren, verwedde hij zijn hoofd en ook dat won de gelukkige Rasaloo.(35)
Nadat hij hem had overwonnen, ging hij hem vermoorden.
Nadat hij zich had overwonnen toen hij hem meenam om te doden, hoorde hij dit vanuit de richting van de Rani.
Om zijn dochter Kokila mee te nemen,
'Laten we zijn dochter Kokila pakken en hem niet doden.'(36)
Daarna spaarde hij het leven van (Sirkap).
Toen vergaf hij zijn leven en nam zijn dochter Kokila mee.
(Hij) bouwde een paleis in Dandakar (Dandak Ban).
In de wildernis bouwde hij een huis en hield haar daar.(37)
Toen zijn jeugd eindigde,
Hoewel haar kindertijd voorbij was en de jeugd het overnam,
(Maar) de koning wilde niet bij hem in de buurt komen,
Raja wilde niet zien dat Rani en de Rani erg van streek zouden raken. (38)
Op een dag toen de koning kwam
Toen Raja op een dag langskwam, zeiden de Rani:
Jij gaat (daar) met mij mee
'Neem me alsjeblieft mee naar de plek waar je gaat jagen op herten.'(39)
De koning ging daar met hem mee
Raja nam haar mee naar de plek waar hij op hertenjacht ging.
(De koning) achtervolgde het hert en doodde het met een pijl.
Raja doodde het hert met zijn eigen pijlen en zij was getuige van het hele tafereel.(40)
Toen zei de koningin aldus:
Toen zei de Rani: 'Luister mijn Raja, 'Ik kan het hert doden met de scherpe pijlen van mijn ogen.
Ik zal het hert alleen doden met de pijlen van Naina.
Blijf hier en bekijk de hele aflevering.(41)
De nachtegaal kwam aanrennen nadat hij de nachtegaal had verlaten.
Kokila onthulde haar gezicht, kwam naar voren en het hert was verdwaasd voor haar.
Toen hij haar oneindige schoonheid zag
Bij het zien van haar extreme schoonheid bleef hij daar staan en rende niet weg.(42)
Toen de koningin het hert met haar hand ving
Rasaloo zag haar het hert met haar handen vasthouden en hij was verbaasd dit wonder te zien.
Toen werd hij in gedachten heel boos
Hij voelde zich vernederd en sneed de oren van het hert af, zodat hij weg kon rennen.(43)
Toen het hert zag dat de oren werden afgesneden
Toen zijn oren waren afgesneden, rende hij onder het paleis door,
De koning van het Sindh-land (toen) zag hem
Waar de Raja van het land Eeswari hem op zijn paard achtervolgde. (44)
Toen rende het hert voor hem uit
Kokila's paleis stortte in.
Hodi (King) zag haar (Kokila) verschijnen
Toen schoot Kam Dev ('Hari-Ari') een pijl in zijn lichaam. 45.
Toen Kokila Hodi zag
Toen hij Kokila tegenkwam, zei hij tegen haar:
Kom, jij en ik zullen samen zijn,
'Laat jij en ik hier blijven, zodat niemand het kan weten.'(46)
(Koning Hodi) stapte van zijn paard en ging het paleis binnen
Nadat hij van het paard was afgestapt, kwam hij in zijn paleis en nam Kokila mee.
Na het eten stond hij op en vertrok
Nadat hij de liefde met haar had bedreven, verliet hij de plaats en de volgende dag kwam hij weer terug,(47)
Toen zei Mana aldus:
Toen zei de Mynah (vogel): 'Kokila, waarom gedraag je je dwaas.'
Het op deze manier horen van (zijn) woorden doodde hem.
Toen ze dit hoorde, doodde ze haar en toen zei de papegaai:(48)
Je hebt er goed aan gedaan mij te vermoorden
'Het is goed dat je Mynah hebt vermoord omdat ze van de Raja van Sindh hield.
Haal me eruit (uit de kooi) en houd me aan je hand
'Neem me nu in je handen en laat me niet in de kooi blijven.'(49)
Soort
'Opdat Raja Rasaloo hier niet komt,
'Gooit ons in (de rivier) Sindh en stuurt ons naar het domein van de dood.'(50)