En ze ontmoette de koning.
Toen de koning haar vorm zag, was ze in de ban.
Het begon te zeggen: wie is deze man of vrouw? 8
(begon te vragen) O Rani! Van wie ben jij?
Ben je een lafaard, vertel dan de waarheid.
Of je bent een vrouw van lust.
Of is de maagd van de maan. 9.
Heb verschillende zaken met hem besproken
en reciteerde de Veda's, Grammatica en Kok Shastra.
Zoals hoe (de koningin) het hart van de koning won
En verwondde haar man zonder letsel (met de pijlen van liefde). 10.
Het zien van de unieke vorm van (die) vrouw
De koning raakte verdiept in zijn gedachten.
(dacht dat) als ik het ooit snap
Ik zal er dus vele geboorten van vrij zijn. 11.
De koning was erg blij met de dame
En bracht hem op veel manieren in verwarring.
(Hij) dacht in gedachten dat ik me met hem zou moeten verheugen.
(Daarom zei hij) dit tegen de koningin. 12.
Kom op! Laat mij en jullie allebei samen blij zijn.
Niemand anders kijkt hier naar ons.
Waarom verspil je je jeugd?
Waarom verfraai je (mijn) wijze niet door koningin te worden. 13.
Rol zo'n mooi lichaam niet in de modder
En verlies niet tevergeefs uw baan.
Als de ouderdom komt,
Dan zul je spijt krijgen van deze jeugd. 14.
Wat is het vermoeden van deze baan?
Wat voor niemand blijvend is.
Kom, laten we van beide genieten.
Wat kun je hierop vertrouwen (jeugd). 15.
onbuigzaam:
Geld en werk mogen nooit als vanzelfsprekend worden beschouwd.
O jongedame! Geef mij geluk en neem ook geluk.
De jeugd zal voorbijgaan en de ouderdom zal komen.
(Jij) als je je deze keer herinnert, zul je (na die tijd) veel spijt krijgen. 16.
vierentwintig:
(zei de koningin) als (jij) eerst gehoorzaamt wat ik zeg,
Daarna veel plezier met mij.
Geef mij eerst het woord met de hand.
O Nat! Dan zal ik uw woord gehoorzamen. 17.
onbuigzaam:
Vergeef eerst (uw) vrouw.
O grote koning! Neem daarna mijn gedachten.
(De koning) beloofde toen de schuld van de vrouw te vergeven.
Toen Sannyasana het met zijn oren hoorde. 18.
vierentwintig:
(Nu de koning) kwam op een dag naar het huis van de (eerste) koningin