Zeg eerst de woorden 'Dwarkendranini' (het land met de rivier Jamuna).
(Vervolgens) voeg de woorden 'Ja Char Pati' samen.
(Vervolgens) reciteer aan het eind het woord 'satru'.
Eerst het woord “Dvarkendrani” zeggen, daarna “Jaachar-pati en shatru” en alle namen van Tupak.856 kennen.
Reciteer eerst de woorden 'Duravatesrani' (het land van de rivier Jamna).
(Vervolgens) voeg de woorden 'Ja Char Pati' toe.
Spreek dan het woord 'Satru' uit.
Het woord “Dvaarvtesh-varni” zeggen en dan “Jaachar-pati-shatru” uitspreken en alle namen van Tupak kennen.857.
Spreek eerst het woord 'Jadvesni' uit (het land van de rivier Jamna).
Voeg (vervolgens) de woorden 'Ja Char Nayak' toe.
Spreek dan het woord 'Satru' uit.
Zeg eerst het woord “Yaadveshni”, voeg vervolgens “Jaachar-nayak-shatru” toe en herken alle namen van Tupak.858.
Zeg eerst 'Duaravati Nayaknini' (woord).
(Vervolgens) voeg de term 'Ja Char Pati' toe.
Spreek dan het woord 'Satru' uit.
Zeg eerst de woorden “Dvaarvati-nayakni”, voeg vervolgens de woorden “Jaachar-pati-shatru” toe en ken zo alle namen van Tupak.859.
Zing eerst het woord 'Jagatesarnini'.
Voeg (dan) de verzen van 'Ja Char Nayak' toe.
Spreek dan het woord 'Satru' uit.
Zeg eerst “Jagteshvarni”, voeg dan “Jaachar-nayak-shatru” toe en ken alle namen van Tupak.860.
ARIL
Zing eerst 'Anak Dundbhaja Balabhani' (Krishna's geliefde land) (pada).
Voeg vervolgens de woorden 'Ja Char Nayak' toe.
Reciteer het woord 'satru' aan het einde ervan.
Door eerst de woorden “Anik-dundbhijaa-vallabhni” te zeggen en vervolgens de woorden “Jaachar-nayak-shatru” uit te spreken, ken je alle namen van Tupak.861.
Zing eerst het 'hali bhratanini' (woord).
Voeg vervolgens de zinsnede 'Ja Char Nayak' toe.
Zeg aan het einde daarvan het woord 'Satru'.
Eerst het woord “Halibhraatinani” uitspreken en dan “Jaachar” zeggen en “nayak-shatru” toevoegen en wijselijk alle namen van Tupak.862 kennen.
CHAUPAI
Reciteer eerst de woorden 'Bali Anujnini' (het land van de rivier Jamana, de koningin van Baldevs jongere broer).
Voeg (later) de woorden 'Ja Char Pati' toe.
Zeg dan het woord 'Satru'.
Zeg in het begin het woord “Bal-anu-janani”, voeg vervolgens de woorden “Jaachar-pati-shatru” toe en herken de namen van Tupak.863.
Zeg eerst de woorden 'Bali Bhaianani' aan het begin.
(Vervolgens) voeg de woorden 'Ja Char Pati' toe.
Spreek dan het woord 'Satru' uit.
Voeg de woorden “Jaachar-pati-shatru” toe nadat je eerst “Balbhai-anani” hebt gezegd en ken de namen van Tupak.864.
(Eerst) zeg 'Ruhneya Bharatanani' (het land met de rivier Jamna, de vrouw van Rohini's echtgenoot Baldev's broer).
(Vervolgens) voeg de term 'Ja Char Nayak' toe.
Spreek dan het woord 'Satru' uit.
Zeg de woorden “Jaachar-pati-shatru” nadat u eerst het woord “Rohineya-bhraatinani” hebt uitgesproken en ken de namen van Tupak.865.
Zing eerst 'Balbhadra Bhratnini' (woord).
Zeg (dan) het vers 'Ja Char Nayak'.
Spreek dan het woord 'Satru' uit.
Spreek eerst de woorden “Balbhadar-bhraatinani” uit, voeg vervolgens de woorden “Jaachar, nayak en shatru” toe en ken op deze manier alle namen van Tupak.866.
ARIL
Zeg eerst 'Pralambachanu Anujnani' (het land met de rivier Jamana, de koningin van Krishna, de jongere broer van Baldeva die de Pralamb rakshasa doodde) (woord).