Daar pochte de duizendarmige (Sahasrabahu) (in zijn gedachten).
Aan de andere kant werd Sahasarabahu egoïstisch toen hij de zegen van Rudra (Shiva) ontving.2184.
SWAYYA
Hij waardeerde zichzelf en klapte met al zijn handen
De koning voerde boetedoeningen uit volgens de Vedische voorschriften,
En hield een Yajna in overeenstemming met de Vedische rituelen
Nadat hij Rudra had behaagd, ontving hij de zegen van beschermende kracht.2185.
Toen Rudra de zegen schonk, vestigde de koning de religie in verschillende landen
Er bleef zonde over en de koning werd over de hele wereld geprezen
Alle vijanden kwamen onder de controle van de drietand van de koning en niemand hief zijn hoofd op uit angst
De dichter zegt dat de mensen tijdens zijn bewind buitengewoon gelukkig waren.2186.
Met de genade van Rudra kwamen alle vijanden onder zijn controle en niemand hief zijn hoofd op
Ze betaalden allemaal de belasting en bogen aan zijn voeten
Zonder het mysterie van de genade van Rudra te begrijpen, dacht de koning dat dit alleen aan zijn macht te danken was
Denkend aan de kracht van zijn armen, ging hij naar Shiva voor de toekenning van de zegen van de overwinning in de oorlog.2187.
SORTHA
De dwaas begreep het verschil niet en ging naar Shiva met een verlangen naar oorlog.
Net als het brandende zand dat door de zon wordt verwarmd, ging die dwaze koning, zonder het mysterie van zijn genade te begrijpen, naar Shiva voor de toekenning van de zegen van de overwinning in de oorlog.
Toespraak van de koning gericht tot Shiva: SWAYYA
De koning boog zijn hoofd en vergrootte zijn liefde en sprak aldus tegen Rudra.
De koning boog zijn hoofd en zei met genegenheid tegen Rudra (Shiva): 'Waar ik ook ga, niemand steekt zijn hand tegen mij op.
Dichter Shyam zegt: Daarom komt mijn geest zo in de verleiding om te vechten.
Mijn geest staat te popelen om oorlog te voeren en ik verzoek u mij de zegen te schenken dat iemand met mij mag komen vechten.’ 2189.
Toespraak van Rudra gericht tot de koning: