In die plaats van (van Sanaudhi Brahmaan) ging de krijger Ajai Singh in grote woede,
Die Asumedh wilde vermoorden in een hevige oorlog.14.285.
De beide broers werden bang toen ze de zoon van het dienstmeisje zagen.
Ze zochten hun toevlucht bij de brahmaan en zeiden:
���Red ons leven, je zult het geschenk van koeien en goud van de heer ontvangen
���O Guru, we zijn in uw schuilplaats, we zijn in uw schuilplaats, we zijn in uw sgelter.���15.286.
CHAUPAI
De koning (Ajai Singh) stuurde zijn boodschappers (naar koning Tilak) en (Sanaudhi Brahmin).
Die alle binnenkomende brahmaan tevreden stelde.
(Deze boodschappers zeidenJ ���Asumedh en Asumedhan,
���Zijn weggelopen en hebben zich in uw huis verborgen.1.287.
���O brahmaan, bind ze vast en geef ze aan ons
���O, jij zult net als zij worden beschouwd
���Gij zult niet aanbeden worden, noch zal er u een geschenk gegeven worden
���Je zult dan verschillende vormen van lijden ondergaan.2.288.
���Waarom heb je deze twee doden aan je boezem geknuffeld?
���Geef ze terug aan ons. Waarom aarzel je?
���Als je ze niet allebei aan mij teruggeeft,
���Dan zullen wij uw discipelen niet zijn.���3.289.
Toen stond de Sanaudhi Brahmaan vroeg in de ochtend op en nam een bad.
Hij aanbad op verschillende manieren de goden en manen.
Vervolgens plaatste hij de frontale markeringen van sandaal en saffraan op zijn voorhoofd.
Daarna liep hij naar zijn hof.4.290.
De brahmaan zei:
���Ik heb ze ook niet allebei gezien,
���Ze hebben ook geen onderdak gezocht.
���Wie u er nieuws over heeft gegeven, heeft gelogen,
���O keizer, de koning der koningen.1.291.
���O keizer, de koning der koningen,
���O de held van het hele universum en Meester van de aarde
���Terwijl ik hier zit, geef ik u zegeningen,
���Gij, o monarch, zijt de Heer der koningen.���2.292.
De koning zei:
���Als u uw eigen weldoener bent,
���Bind ze allebei vast en geef ze onmiddellijk aan mij
���Ik zal ze allemaal tot voedsel van het vuur maken,
���En aanbid je als mijn vader.���3.293.
���Als ze niet zijn weggelopen en zich in uw huis hebben verborgen,
���Dan gehoorzaam je mij vandaag
���Ik zal zeer smaakvol eten voor je bereiden,
���Die zij, jij en ik, allemaal samen zullen eten���4.294.
Toen ze deze woorden van de koning hoorden, gingen alle brahmanen naar hun huizen,
En vroegen hun broers, zonen en oudsten:
���Als ze gebonden en gegeven zijn, verliezen we onze Dharma,
���Als we hun voedsel eten, vervuilen we onze Karma���5.295.
���Deze zoon van de dienstmaagd is een machtige krijger,
���Die de Kshatriya-troepen heeft overwonnen en verpletterd.
���Hij heeft zijn koninkrijk op eigen kracht verworven,