Dromen alleen maar over je overwinning op de leeuw.1846.
DOHRA
'De krijgers op wier kracht jij vecht, zijn allemaal weggevlucht
Daarom, o dwaas! ren weg terwijl je vecht of val neer aan de voeten van Krishna.”1847.
Toespraak van Jarasandh gericht tot Balram:
DOHRA
Wat er is gebeurd, alle helden aan mijn kant zijn gestorven in de oorlog.
"Wat als de krijgers van mijn kant zijn gedood, de taken van de krijgers zijn vechten, sterven of de overwinning behalen." 1848.
SWAYYA
Terwijl hij dit zei, schoot de koning in grote woede een pijl richting Balram
Wat hem, toen hij werd geraakt, extreme pijn bezorgde
Valde flauw en viel in de strijdwagen. De dichter (Shyam) heeft hem zo vergeleken.
Hij raakte bewusteloos en viel in zijn strijdwagen alsof de slangachtige pijl hem had gestoken en hij was gevallen en zijn rijkdom en huis vergeten.
Toen Balram weer bij bewustzijn kwam, werd hij buitengewoon woedend
Hij greep zijn enorme strijdknots en maakte zich weer klaar op het slagveld om de vijand te doden
De dichter Shyam zegt: stapte uit de wagen en ging te voet en ging zo.
Hij verliet zijn strijdwagen en rende weg, zelfs te voet, en niemand kon hem zien behalve de koning. 1850.
Als hij Balarama ziet aankomen, wordt de koning woedend.
Toen hij Balram zag aankomen, werd de koning woedend en trok hij zijn boog met zijn hand en maakte zich klaar voor oorlog
(Balram die) een knots als de bliksem had meegebracht, heeft hem met een enkele pijl neergeslagen.
Hij onderschepte de strijdknots die als een bliksemschicht aankwam en op deze manier werd de hoop van Balram om de vijand te doden verbrijzeld.
Toen de koning de strijdknots onderschepte, pakte Balram zijn zwaard en schild
Hij marcheerde naar voren om de vijand onbevreesd te doden
De koning die hem zag aankomen, liet zijn pijlen vallen en donderde
Hij sneed het schild van Balram in honderd delen en het zwaard in drie delen.
(Toen) het schild werd doorgesneden en ook het zwaard werd doorgesneden, (op dat moment) zag Sri Krishna Balarama in zo'n toestand.
Krishna zag Balram met zijn gebroken schild en zwaard en aan deze kant dacht koning Jarasandh erover om hem op hetzelfde moment te doden
Toen ging Krishna naar voren om te vechten, terwijl hij zijn discus vasthield
Volgens de dichter Ram begon hij de koning uit te dagen voor de strijd.
Toen hij de uitdaging van Krishna hoorde, marcheerde de koning naar voren om oorlog te voeren
Hij werd woedend en stak zijn pijl in zijn boog
Op (zijn) lichaam was een zwaar pantser getooid, zo'n wens ontstond in de geest van de dichter.
Vanwege het dikke pantser op zijn lichaam leek de koning Jarasandh op Ravana die op Ram viel en zeer woedend was in de oorlog.
(Toen) de koning voor Sri Krishna verscheen, pakte Shyam ji de boog vast.
Toen hij de koning voor zich zag aankomen, hield Krishna zijn boog omhoog en kwam onbevreesd naar de koning toe
Hij trok de boog tot aan zijn oor, schoot zijn pijl op het bladerdak van de vijand en in een oogwenk viel het bladerdak naar beneden en brak in stukken.
Het leek erop dat Rahu de maan in fragmenten had gebroken. 1855.
Toen het baldakijn werd omgehakt, werd de koning zeer woedend
En hij, met een kwade blik naar Krishna kijkend, nam zijn vreselijke boog in zijn hand
Hij begon met kracht aan de boog te trekken, maar zijn hand trilde en de boog kon niet worden getrokken
Tegelijkertijd onderschepte Krishna met zijn boog en pijlen met een ruk de boog van Jarasandh.1856.
(Toen) Sri Krishna de boog (van Jarasandha) doorsneed, werd de koning boos in zijn hart.
Toen Krishna de boog of Jarasandh onderschepte, nam hij, woedend en uitdagend, zijn zwaard in zijn hand en viel op het leger van de vijand.
(Dan) schild met schild en kirpan met kirpan aldus verward en rammelde op het slagveld,
Het schild kwam op zo'n manier in botsing met het schild en het zwaard met het zwaard alsof het stro een krakend geluid produceerde bij het branden, nadat het in het bos in brand was gestoken. 1857.
Iemand raakte gewond en zwierf rond en gooide bloed weg, en iemand zwierf rond zonder hoofd en werd slechts een stam zonder hoofd
Als je ziet waar de lafaards bang van worden
Sommige krijgers die de oorlogsstrijd verlaten, rennen weg