Als er nog meer zijn, laten we dan een analogie geven. 3.
Die vrouw met de zoon van een Chaudhary
Werd erg geïnteresseerd.
Nodigde hem uit als gast (voor zichzelf).
En maakte verschillende soorten eten. 4.
Toen hij dronken was van alcohol,
Toen begon de vrouw dit tegen hem te zeggen.
Nu ben je naar mijn huis gekomen,
Dus verwijder ook mijn lust en hitte. 5.
Toen zei de man aldus:
O lief! Luister, ik kan zo niet met je spelen.
Het (mooie) paard geboren in het huis van de koning,
Breng mij eerst dat paard. 6.
Toen dacht die vrouw dit
Hoe te gaan en het paard te brengen.
Welke maatregelen moeten worden genomen,
Door dat te doen wordt de geliefde (paard) in de hand gelegd. 7.
Toen middernacht verstreek,
Vervolgens vermomde de vrouw zich als hond.
Hij nam een kirpan in zijn hand
En waar het paard was, ging het daarheen. 8.
(Zij) beklom de zeven muren van het fort en bereikte daar
Bedreven in het geven van liefdadigheid en het eren en dragen van de Kirpan.
De wachter die hij wakker zag,
Zijn hoofd werd dus afgehakt. 9.
onbuigzaam:
Het doden van de ene bewaker en dan nog een,
Toen doodde hij de derde en nam het hoofd van de vierde af.
Door de vijfde en zesde te doden, werd ook de zevende uitgeschakeld
En (toen) doodde de achtste man en opende het paard. 10.
Toen de vrouw het paard sloeg, ontstond er opschudding in de stad.
(De koning) bereidde zich voor en stuurde de ruiters en vroeg waar (het paard) gebleven was.
Vang deze dief door alle ghats en routes te blokkeren.
Neem het vóór zonsopgang. 11.
Waar de mensen ook vluchten, (hetzelfde) zeggen ze: vertel me wie het paard heeft gestolen.
Als je de kirpans eruit haalt, zie je ze in tien richtingen rennen.
(Ze zeggen) Hij die zoiets heeft gedaan, mag niet worden losgelaten.
Zoals hoe het paard van de koning teruggebracht moet worden (dat wil zeggen: het moet teruggebracht worden van de dief). 12.
(Velen) benaderden dat meisje.
(Hij) besteeg toen hetzelfde paard en doodde ze.
Op wiens lichaam het zwaard slim werd gevoerd,
Dus door het één keer te doen, zal hun (verlangen om te vechten) niet blijven bestaan. 13.
vierentwintig:
Wie ook sprong en hem aanviel,
Ik heb hem één op twee gebroken.
(Hij) koos en doodde de ruiters in zijn gedachten
En een voor een braken ze twee stukken. 14.
Hij doodde de krijgers op vele manieren.