Dus je vergeet Shiva en pakt hem op met je tanden. 18.
Compartiment:
Hij predikt tot anderen, maar hij besteedt geen aandacht aan zichzelf en zorgt er altijd voor dat mensen vastbesloten zijn hun rijkdom op te geven.
Begerig naar die rijkdom, gaat hij van hoog en laag naar hoog en laag, waarbij hij zijn schaamte achter zich laat en in het bijzijn van iedereen gromt.
Hij zegt dat ik puur blijf, (maar ik ben) heel onrein (want) ik eet restjes door als timmerman te werken.
(Jij) bent heel ontevreden, (maar jij noemt jezelf) heel tevreden (omdat jij) één deur van God verlaat en rondgaat, bedelend van deur tot deur. 19.
(Jij) komt en aanbidt nadat je Shiva van klei hebt gemaakt en komt dan en kneedt de klei en maakt (meer).
Hij valt aan de voeten van dat (idool) en wrijft twee uur lang over zijn voorhoofd, O (dwaas!) bedenk wat er in zit, wie je zal geven.
Je aanbidt (zijn) linga en valt op je voeten als Shiva. (Dan) zal hij het er uiteindelijk uit halen en aan jou geven.
Geef je het (linga) aan de dochter, of eet je het zelf op? Op deze manier zal Shiva (God) je altijd doden. 20.
Bijay Chand:
dwaas! Jij die de steen Shiva noemt, maar je voelt er niets van.
Hij die in de kromme juni ligt, zal gelukkig zijn en je zegenen.
Hij zal ervoor zorgen dat je zichzelf wordt, en dan zul je de status van een steen vinden.
grote dwaas! begrijpen Als de ziel weg is, kun je niets meer weten. 21.
Verdomd! (Eerst stierf uw) leeftijd in de kindertijd, en in de jeugd nam (gij) zijn naam niet aan.
(U) ontving vroeger donaties van anderen, maar u stak uw hand niet op en gaf aan niemand liefdadigheid.
Je boog je hoofd voor de steen en liet het hoofd van God zakken.
O dwaas! (Jij) bleef steken in de huishoudelijke taken en besteedde tijd aan het doen van dagelijkse klusjes. 22.
brahmaan! Na het lezen van twee Purana’s ben je vol van geest geworden.
Maar hij las de Purana niet, waarvan het lezen alle zonden van deze wereld wegneemt.
Je toont hypocrisie en doet boete, (maar je) geest verblijft dag en nacht in rijkdom.
Dwaze mensen geloven dat (uw woorden) authentiek zijn, maar wij geloven deze dingen niet. 23.
Voor welk werk doe jij zoveel (aanbidding) en waarvoor aanbid je de steen.
Waar ter wereld doe je hypocrisie voor? (Uw) mensen zijn omgekomen (nu) het Hiernamaals zal ook verloren gaan.
Leer (mij) geen valse mantra’s. Wees blij met zoveel geld als je wilt.
De mantra die aan de Rajkumars werd gegeven, werd gegeven, maar leer ons dan geen enkele (mantra). 24.
Brahmaan zei:
vierentwintig:
De brahmaan zei: O Raj Kumari! luisteren
Je hebt niet aan de glorie van Shiva gedacht.
Brahma, Vishnu en Shiva enz., die goden zijn,
Deze (goden) moeten altijd gediend worden. 25.
Je herkende hun verschillen niet
En ze doet zich voor als een grote dwaas.
Ken deze (goden) als de oudste
En beschouw (die) opperste mannen in gedachten. 26.
O Raj Kumari! Ik ben bratdhari brahmaan
En ik ben de weldoener van iedereen, hoog en laag.
Aan wie ik mantra (kennis) onderwijs,
En ik krijg liefdadigheid van grote gierigaards. 27.
Raj Kumari zei:
Je geeft mantra's om je dienaren te maken
En hoe kun je liefdadigheid van hen afnemen.
Het echte werk wordt hen niet geleerd.
(Op deze manier) verliezen ze hun mensen en het hiernamaals. 28.
O brahmaan! luister naar wie je mantra's geeft,
Je plundert op de een of andere manier hun huizen.