Sri Dasam Granth

Pagina - 581


ਭਈਰਵ ਕਰਤ ਕਹੂੰ ਭਭਕਾਰਾ ॥
bheerav karat kahoon bhabhakaaraa |

Ergens staan de broers in brand,

ਉਡਤ ਕਾਕ ਕੰਕੈ ਬਿਕਰਾਰਾ ॥੩੦੦॥
auddat kaak kankai bikaraaraa |300|

Ergens dansen de duivels en duivels op het slagveld en ergens zijn de krijgers na voortdurende gevechten gevallen in de oorlogsarena, ergens schreeuwen de Bhairava's luid en ergens vliegen de vreselijke kraaien.

ਬਾਜਤ ਢੋਲ ਮ੍ਰਿਦੰਗ ਨਗਾਰਾ ॥
baajat dtol mridang nagaaraa |

Drums, mridanga's en nagares spelen.

ਤਾਲ ਉਪੰਗ ਬੇਣ ਬੰਕਾਰਾ ॥
taal upang ben bankaaraa |

De kansas, upangs en bonen speelden.

ਮੁਰਲੀ ਨਾਦ ਨਫੀਰੀ ਬਾਜੇ ॥
muralee naad nafeeree baaje |

Murli, Naad, Nafiri (instrumenten etc.) speelden.

ਭੀਰ ਭਯਾਨਕ ਹੁਐ ਤਜਿ ਭਾਜੇ ॥੩੦੧॥
bheer bhayaanak huaai taj bhaaje |301|

De kleine en grote trommels, trompetten, fluit etc. worden allemaal bespeeld, de fluit en het kwint worden ook bespeeld en de krijgers rennen, bang wordend, weg.301.

ਮਹਾ ਸੁਭਟ ਜੂਝੇ ਤਿਹ ਠਾਮਾ ॥
mahaa subhatt joojhe tih tthaamaa |

Grote helden hebben op die plek gevochten.

ਖਰਭਰ ਪਰੀ ਇੰਦ੍ਰ ਕੇ ਧਾਮਾ ॥
kharabhar paree indr ke dhaamaa |

Er heerst chaos in Indra's huis.

ਬੈਰਕ ਬਾਣ ਗਗਨ ਗਇਓ ਛਾਈ ॥
bairak baan gagan geio chhaaee |

Barakken (vlaggen of lansen) en pijlen worden in de lucht gespannen

ਉਠੈ ਘਟਾ ਸਾਵਣ ਜਨੁ ਆਈ ॥੩੦੨॥
autthai ghattaa saavan jan aaee |302|

Grote krijgers werden martelaren op dat slagveld en er ontstond commotie in het land van Indra, de lansen en pijlen verspreidden zich over de wereld als het voortstuwen van de wolken van Sawan.

ਤੋਮਰ ਛੰਦ ॥
tomar chhand |

TOMAR STANZA

ਬਹੁ ਭਾਤਿ ਕੋਪੇ ਸਬੀਰ ॥
bahu bhaat kope sabeer |

De machtigen zijn enorm woedend.

ਧਨੁ ਤਾਨਿ ਤਿਆਗਤ ਤੀਰ ॥
dhan taan tiaagat teer |

Bogen worden getrokken en pijlen worden losgelaten.

ਸਰ ਅੰਗਿ ਜਾਸੁ ਲਗੰਤ ॥
sar ang jaas lagant |

wiens ledematen door pijlen worden doorboord,

ਭਟ ਸੁਰਗਿ ਬਾਸ ਕਰੰਤ ॥੩੦੩॥
bhatt surag baas karant |303|

Omdat ze in veel opzichten woedend worden, schieten de krijgers pijlen af door hun bogen te trekken. Wie ook maar door deze pijlen wordt geraakt, vertrekt naar de hemel.

ਕਹੂੰ ਅੰਗ ਭੰਗ ਉਤੰਗ ॥
kahoon ang bhang utang |

Ergens zijn de ledematen (van krijgers) van hoge gestalte gevallen.

ਕਹੂੰ ਤੀਰ ਤੇਗ ਸੁਰੰਗ ॥
kahoon teer teg surang |

Ergens (toont) de prachtige kleur van pijlen en pijlen.

ਕਹੂੰ ਚਉਰ ਚੀਰ ਸੁਬਾਹ ॥
kahoon chaur cheer subaah |

Ergens (liggen) het pantser en het pantser van de krijgers.

ਕਹੂੰ ਸੁਧ ਸੇਲ ਸਨਾਹ ॥੩੦੪॥
kahoon sudh sel sanaah |304|

Er liggen ergens hopen afgehakte ledematen en ergens liggen pijlen en zwaarden, ergens zijn kledingstukken te zien, ergens lansen en ergens stalen pantsers.304.

ਰਣਿ ਅੰਗ ਰੰਗਤ ਐਸ ॥
ran ang rangat aais |

Op het slagveld worden de ledematen (van de krijgers) aldus geverfd,

ਜਨੁ ਫੁਲ ਕਿੰਸਕ ਜੈਸ ॥
jan ful kinsak jais |

Zoals (zoals) cashewbloemen (bloeien).

ਇਕ ਐਸ ਜੂਝ ਮਰੰਤ ॥
eik aais joojh marant |

Eén (krijger) sterft aldus terwijl hij vecht,

ਜਨੁ ਖੇਲਿ ਫਾਗੁ ਬਸੰਤ ॥੩੦੫॥
jan khel faag basant |305|

De krijgers zijn geverfd in de kleur van de oorlog, zoals de kinsuk-bloemen, sommigen van hen sterven tijdens het vechten alsof ze Holi.305 spelen.

ਇਕ ਧਾਇ ਆਇ ਪਰੰਤ ॥
eik dhaae aae parant |

Ze komen met haast,