Raj Kumari was betoverd hem te zien.
Ze viel zo op de grond, alsof een slang haar had gebeten. 8.
De moeder kwam daar nadat haar dochter was gevallen
En door water te sprenkelen kwam ze na lange tijd weer bij bewustzijn.
Toen hij weer bij bewustzijn kwam,
Toen viel het ondersteboven alsof het door een kogel was getroffen. 9.
(Toen) een uur was verstreken, (toen) kwam hij weer bij bewustzijn.
Ze begon te huilen en zei tegen haar moeder.
Steek een vuur aan en verbrand mij nu
Maar stuur het niet naar dit lelijke huis. 10.
Moeder hield heel veel van haar zoon.
Hij maakte zich veel zorgen in zijn hoofd.
Als deze Raj Kumari sterft,
Wat zal zijn moeder dan doen? 11.
Toen Raj Kumari weer bij bewustzijn kwam,
Dus huilde hij en vertelde het aan zijn moeder.
heb er spijt van waarom ik Raj Kumari werd.
Waarom werd ze niet geboren in het huis van een koning? 12.
Mijn onderdelen zijn weg,
Pas toen werd ik geboren in het huis van de koning.
Nu ga ik naar zo'n lelijk huis
En ik zal dag en nacht huilen. 13.
Het spijt me waarom (ik) de June van een vrouw heb aangenomen.
Waarom ben ik in het huis van de koning verschenen?
De wetgever geeft niet eens de dood op verzoek.
Ik zal (mijn) lichaam nu vernietigen. 14.
dubbel:
Als iemand om goed of slecht smeekt,
Dus in deze wereld zal niemand in ellende overleven. 15.
vierentwintig:
(Raj Kumari zei toen) Nu zal ik sterven door mezelf neer te steken,
Anders draag ik saffraankleurige gewaden.
Als ik met de zoon van Shah trouw,
Anders sterf ik vandaag van de honger. 16.
Rani hield heel veel van haar dochter.
(Hij) deed wat hij zei.
Ze haalde (een) dienstmaagd tevoorschijn en gaf die aan hem (Raj Kumar).
Die dwaas beschouwde hem als een prins. 17.
Gaf Raj Kumari aan de zoon van Shah.
Geen enkele andere man begreep iets van deze actie.
Die koning ging weg met een dienstmaagd.
Wetende dat (hij) met Raj Kumari is getrouwd. 18.
Hier is het einde van het 363e personage van Mantri Bhup Sambad van Tria Charitra van Sri Charitropakhyan, alles is veelbelovend. 363,6614. gaat door
vierentwintig:
Er was een goede koning genaamd Ganapati.
Zijn huis was in Ganpavati (stad).
Mahtab Prabha was zijn koningin,
Ook het zien van (de schoonheid van) de vrouwen schuwde vroeger. 1.