Ergens speelde Narada Muni de boon
En ergens stond Rudra Damru in vuur en vlam.
(Ergens) hadden de Jogans grote voorhoofden vol bloed
En (ergens) schreeuwden geesten en geesten. 32.
Niemand begreep de komende oorlog
En Shiva speelde op de tamboerijn.
Ergens was Kalika aan het praten.
(Het leek) alsof de vlag van de tijd wapperde. 33.
Parbati met grote ogen lachte
En geesten, geesten en geesten dansten.
Soms reciteerde Kali de woorden 'kah kahat'.
Ik was bang om het vreselijke geluid te horen. 34.
Hoeveel helden liepen er zonder hoofd rond
En hoeveel mensen riepen 'Maro-Maro'.
Hoe boos waren de paarden aan het dansen
En hoeveel Yama-Loka door strijd was hervormd. 35.
Veel grote helden werden afgesneden en vielen op de grond
En (velen) werden in woede ingehaald door Raja Kumari.
Wiens handen Raj Kumari niet kregen,
Ze stierven door steken zonder gedood te worden. 36.
dubbel:
(Nu) de beurt (Merta) en de koning van Amer met Amit Sena
Ze kwamen met speren in hun handen (om Raj Kumari te ontvangen). 37.
(Naam van de koning van Morta) Bikat Singh en de naam van de koning van Amer was Amit Singh.
Hij had vele oorlogen gewonnen en had zich nooit de rug getoond in de strijd. 38.
vierentwintig:
Beiden marcheerden samen met het leger
en speelde diverse (oorlogs)klokken.
Toen Raj Kumari ze met haar ogen zag
Dus doodde hij ze samen met het leger. 39.
Toen Raj Kumari beide koningen doodde,
Toen stonden alle grote koningen stil.
(Hij begon in gedachten te denken) dat deze Raj Kumari het slagveld niet zal verlaten
En zal iedereen zonder ziel maken. 40.
Koning Ranut van Bundi (prinsdom) stierf
En Madut Kat Singh werd ook erg boos.
Wie mensen de koning van Ujjain noemden,
Wie zou zonder hem in de wereld kunnen leven? 41.
Toen Raj Kumari ze zag aankomen
(Dus hij) nam wapens in zijn handen.
(Raj Kumari) werd erg boos en reed krachtig ('Kuvati').
En vermoordde (hen) samen met het gezelschap binnen enkele seconden. 42.
De heuvelkoningen van de Ganges en de koningen die in de bergen van de Yamuna wonen
En de koningen van Saraswati zijn koppig bij elkaar gekomen.
De koningen van Sutlej en Beas etc. zetten hun voeten neer
En allemaal samen werden ze boos. 43.
dubbel:
Param Singh was een perfecte man en Karam Singh was net zo deskundig als de goden.
Dharam Singh was erg koppig en Amit was voedsel voor oorlog. 44.
Amar Singh en Achal Singh waren erg boos.
Deze vijf bergkoningen (om met Raj Kumari te vechten) kwamen naar voren. 45.
vierentwintig:
De vijf bergkoningen vertrokken (ten strijd).
Velen brachten geiten mee.
Ze gooiden boos met stenen
En uit de mond uitgesproken als 'Maro Maro'. 46.
Aan beide kanten worden trommels en bellen bespeeld
En de in harnassen geklede krijgers gingen voort.
Ze vochten met woede in hun hart
En snijd en snijd de stervende Apachara's. 47.
De vijf koningen schoten pijlen
En ze kwamen in een cirkel naar voren.
Toen sloeg Bachitra Dei met wapens
En ze schoten allemaal in een oogwenk neer. 48.
Bachitra Dei doodde vijf koningen
En er werden meer helden gekozen en gegeven.
Toen gingen de zeven koningen verder
Die zeer machtig waren in de oorlog. 49.
De koningen van Kashi en Magadha waren woedend en
De koningen van Ang en Bang (Bengalen) kwamen op de been.
Daarnaast liep ook de koning van het Kuling-land
En de koning van het land van Trigati arriveerde ook. 50.