Ram was zeer woedend bij het zien van de voortzetting van de verschrikkelijke oorlog.
(Zij) hakten de arm van de goddelozen af
Hij hakte de armen van Subahu af en doodde hem.92.
De reuzen renden angstig weg
Toen ze dit zagen, renden de bange demonen weg en Ram donderde op het slagveld.
(Zo) tilden ze het gewicht van de aarde op
Ram verlichtte de last van de aarde en beschermde de wijzen.93.
Alle heiligen werden gelukkig
Alle heiligen waren blij met de overwinning.
De goden aanbaden (Rama).
De goden werden aanbeden en de discussie over de Veda's begon.94.
(Vishvamitra's) Yagya is voltooid
De Yajna (van Vishwamitra) was voltooid en alle zonden waren vernietigd.
Alle goden waren tevreden
Toen ze dit zagen, waren de goden tevreden en begonnen ze bloemen te laten regenen.95.
Einde van de beschrijving van het verhaal van de moord op MARICH en SUBAHU en ook de voltooiing van Yajna in Rama Avtar in BACHITTAR NATAK.
Nu begint de beschrijving van de Swayyamvara van Sita:
RASAAVAL STANZA
Sita's (Janak) componeerde de sambar
De dag van de Swayyamvara van Sita was vastgesteld, die net als Gita extreem puur was.
(Zij) met prachtige spraak als een koekoek
Haar woorden waren innemend, net als die van de nachtegaal. Ze had ogen als de ogen van de koning der herten.96.
Muni-raja (Vishvamitra) had gehoord (de woorden van Suambar).
De belangrijkste wijze Vishwamitra had ervan gehoord.
(Dus hij) nam Rama mee
Hij nam met zijn Ram, de wijze en mooie jongeman van het land, mee en ging (naar Jankpuri), de verblijfplaats van gerechtigheid.97.
(Vishwamitra zei-) O lieve Rama! luisteren,
���O lieve Ram, luister, begeleid me daarheen
(Omdat) Sita's sambar plaatsvindt.
���De Swayyamvara van Sita is gerepareerd en de koning (Janak) heeft ons gebeld.98.
Laten we daar voor altijd heen gaan!
���We kunnen er bij zonsopgang naartoe gaan en Sita veroveren
geloof mijn woord,
���Gehoorzaam mijn woord, nu is het aan jou.99.
Banken op (uw) sterk
���Breek met je mooie en sterke handen de boog
Breng de overwinning naar Sita
���Verover en breng Sita en vernietig alle demonen.���100.
Rama (Vishvamitra) liep met hem mee.
Hij (de wijze) ging met Ram mee en de pijlkoker (van Ram) leek indrukwekkend.
Ga en sta in Janakpuri,
Ze gingen en stonden daar, hun vreugde was buitengewoon groot.101.
De vrouwen van de stad zagen (Rama).
De vrouwen van de stad kijken (naar Ram), ze beschouwden hem in werkelijkheid als Kamdev (Cupido).
Vijanden kennen elkaar
De vijandige deelnemers beschouwen hem als een vijand en de heilige personen beschouwen hem als een heilige.102.
Kinderen door kinderen
Voor kinderen is hij een jongen, de koningen beschouwen hem als een koning.