(Komt) ze begonnen allemaal zo te bellen.
(Het leek) alsof ze als een bedelaar waren beroofd.
(Toen hij tegen Maha Kaal sprak, begon hij te zeggen: O Maha Kaal! Red (ons), red, wij (zijn gekomen) naar jouw toevluchtsoord.
Red ons van alle soorten angst. 90.
Jij bent het hoofd van alle mensen.
Vernietiger van de hoogmoedigen en beloner van de armen.
(Jij) bent de eerste ter wereld (van oudsher) Akal, Ajuni, onbevreesd,
Nirvikar, Nirlamb (zonder ondersteuning) zijn
Onvergankelijk, onvergankelijk,
Verlichters van de essentie van Param Yoga,
Vormloos, steeds vernieuwend, zelfontwikkelend.
(Jij) hebt geen vader, geen moeder en geen familieleden. 92.
(Jij bent) vernietiger van vijanden, schenker van geluk aan toegewijden ('Suridi'),
Chand en Mund doders van demonen,
Ware geloften, bewoners van de waarheid
En wees vrij van de invloed van geesten, toekomst en heden ('Nirasa' is hopeloos). 93.
(Gij zijt) Adi (vorm) oneindig, vormloos en onverhuld.
(Je bent) doordrongen (dwz verblijft als de ziel in alles) in (dwz elk levend wezen).
(Jij) verblijft voortdurend in iedereen.
(Deze mening) is geuit door Sanak, Sanandan, Sanatan (en Sanat Kumar) enz. 94.
Heer! (Jij) bent hetzelfde vanaf het begin der tijden
En leven in vele vormen.
De hele wereld wordt aldus misleid
En Hij wordt getoond door Zichzelf te verdelen van één naar velen. 95.
Die man (jij) is overal ter wereld
En zijn de grondleggers van alle levende wezens.
waaruit je de vlam put,
Mensen van de wereld noemen hem dood. 96.
Jij bent de oorzaak en schepper van de wereld
En je kent de mening van Ghat Ghat.
(Je bent) Vormloos, onbaatzuchtig, onbaatzuchtig
En je kent de (toestand) van ieders geest. 97.
Jij alleen hebt Brahma en Vishnu geschapen
En zelfs Maha Rudra is door jou gemaakt.
Jij alleen hebt de wijze Kashyapa geschapen
En de vijandschap tussen de kinderen van Diti en Aditi is toegenomen. 98.
Jag-karan, Karuna-nidhan, Heer,
O Kamal Nain, Antaryami
Daya, de zee van genade, vriendelijkheid
En genade! Alsjeblieft (jij) alsjeblieft ons. 99.
Liggend aan (jouw) voeten smeken (wij) aldus
Die O die vanaf het begin de manieren vasthoudt! Red ons, red ons.
Call hoorde (zijn) woorden en lachte
En de toegewijde werd deugdzaam nadat hij het wist. 100.
(Maha Kaal Agon) sprak de woorden 'Rakhya, Rakhya' uit
En verwijderde het verdriet van alle goden.
Redde zijn toegewijden
En vocht met de vijanden. 101.