Hij had een biswamati-vrouw,
waarvan de schoonheid niet kan worden beschreven.1.
Die koning zag een parel.
Beschouwde hem als zeer waardig en deugdzaam.
Hij ving hem op en bracht hem naar het paleis.
Had seks met hem. 2.
De koning maakte haar tot zijn vrouw
En zo nu en dan de liefde met hem bedreven.
De 'Kuvet' ('Kuvat' - interesse van die vrouw om naar Kumarakom te gaan) ging niet weg
En ze bleef plezier maken met andere (mannen). 3.
Op een dag, toen het middernacht was,
Dus ging ze naar het huis van Nain Yar.
De bewakers hebben hem betrapt
En nadat hij zijn neus had doorgesneden, vertrok hij weer. 4.
Nain met een afgehakte neus
Toen ging ze het huis van de koning binnen.
Toen schoor de koning zijn haar
Ik vroeg hem om een scheermes. 5.
Toen gaf hij dat scheermes,
Waarmee haar nog nooit eerder werd geschoren.
De koning was erg boos toen hij hem zag
En ving het op en gooide het naar die vrouw. 6.
Toen begon die vrouw 'hallo hallo' te zeggen,
O koning! (Je hebt mijn) neus gebroken.
Toen ging de koning naar hem toe
En hij was verrast toen hij zag dat het gezicht onder het bloed zat.
Toen sprak de koning de woorden 'Hallo' uit
(En zei) dat ik er niet aan had gedacht.
Kijk eens naar de sluwheid van die vrouw
Dat (al) het kwaad op het hoofd van de koning werd gelegd. 8.
dubbel:
Die koning dacht niet aan scheiding in zijn geest.
Bij (die) vrouw werd haar neus (elders) afgesneden, maar er werd kwaad op haar (het hoofd van de koning) gelegd. 9.
Hier is de conclusie van de 313e charitra van Mantri Bhup Sambad van Tria Charitra van Sri Charitropakhyan, alles is veelbelovend.313.5958. gaat door
vierentwintig:
In Dachshan (Disha) was er een koning genaamd Dachhin Sen.
Hij kende veel Shastra Smritis.
In dat (konings)huis was een vrouw genaamd Dachhin (Dei).
(Het leek zo) alsof de maan aan de hemel was opgekomen. 1.
De koningin had oneindige schoonheid,
Bij het zien van wiens uitstraling was de zon vroeger onderworpen.
De koning was erg op haar gesteld
Zoals het bruin op het bloemblad van de lotus zit. 2.
Vroeger was er een dochter van (één) Shah.
Hij zag (op een dag) de schoonheid van de koning.
Zijn naam was Sukumar Dei.
Er was geen vrouw zoals zij op aarde. 3.
zei Shah's dochter in gedachten
Dat wanneer iemand hem heeft gezien, de geest (in hem) vastzit.
Met welke moeite moet ik de koning pakken?
En vergeet de eerste vrouw uit (zijn) gedachten. 4.
Hij trok het beste pantser uit
En Mekhla etc. kleding werd op het lichaam gedragen.
Rookte wierook aan de deur van zijn (koning).
Geen enkele man of vrouw heeft er over nagedacht.5.
Toen er een paar dagen voorbijgingen,
Dus ging de koning eropuit om de stad te bekijken.
Om naar ieders woorden te luisteren
De koning kwam naar buiten met de bedelaar van de heilige. 6.
Die vrouw nam ook de vorm aan van een heilige
Toen ik zag dat de koning woorden uitsprak.
Wat is er met de dwaze koning gebeurd?
Wie begrijpt de situatie van goed en slecht niet.7.
De koningin die veel kwaad doet,
De koning gaat elke dag naar haar huis.
De dwaas (de koning) begrijpt (dat het) mij interesseert.
Maar ze slaapt elke dag met haar vrienden. 8.
(Toen) de koning dit met zijn oren hoorde
Dus ga het hem vragen.
O heilige! Wat moet de koning hier doen?
Wat u zegt, (dat) moet op welke manier worden verwijderd. 9.
(De wijze antwoordde) Deze koning Jog is niet zo'n vrouw.