onbuigzaam:
Een vrouw die haar man zag, werd verliefd op hem.
(Denk dat) er een bedachtzaam karakter moet worden gemaakt.
Want zonder dit te zien (Peer) voel ik mij geen moment onrustig
En als hij het ziet, krijgt zijn vrouw ruzie. 3.
vierentwintig:
(Eindelijk, nadenkend, ging ze) naar het huis van die vrouw
En bracht vele hoogwaardigheidsbekleders mee om offers te brengen.
Gaf (haar) gouden sieraden
Wie zou er een einde aan kunnen maken? 4.
Dat zei hij door alles aan hem te geven
Aan Khadama Bano,
Ik ben hier gekomen met hoop.
Nu hoor ik ze tegen jou zeggen. 5.
(I) zelfgebrouwen drank
En neem veel soorten eten mee.
Ik zal (jullie) beiden met mijn eigen handen voeden
En ik ga naar huis met het offer. 6.
De wijn die hij zeven keer op verschillende manieren had geëxtraheerd,
Ze ging daar met hetzelfde heen.
Beide met zijn handen bewaterd
En nadat hij erg dronken was geworden, sliep hij op Sage. 7.
Toen hij de vrouw van de Pir zag slapen
Dus richtte de blik op hem (Pir).
(Peer) door zijn bil op de borst van de vrouw te plaatsen
Speelde met haar man. 8.
(Pir's) vrouw lag bewusteloos in de dronkenschap van (alcohol).
En ik kon de snelheid van de scheiding niet overwegen.
Zij (de vrouw) schreef de brief met haar eigen hand
En bond het aan het hoofd van de vrouw van de Pir en vertrok. 9.
(geschreven in een brief) de vrouw die aan (andere) vrouwen denkt,
Dus de wetgever zorgt ervoor dat ze in een vergelijkbare staat verkeren.
Dus o vrouw! Doe het niet zo
En laat al je slechte karakter achter. 10.
dubbel:
(Die vrouw) las de brief door hem uit de haarlokken te openen.
Vanaf die dag maakte die vrouw geen ruzie meer met andere vrouwen. 11.
Hier eindigt het 381e hoofdstuk van Mantri Bhup Samvad van Tria Charitra van Sri Charitropakhyan, alles is veelbelovend.381.6858. gaat door
vierentwintig:
Er was een knappe koning genaamd Bishan Dhuja,
Waarvan Bishanpuri (stad) in zuidelijke richting lag.
Neel Manimati was zijn koningin,
Die onder alle mensen als mooi werd beschouwd. 1.
Er was een chhattri genaamd Achli Rai,
Die heel dapper, sterk en 'Nichhatri' was (met pantser of zonder paraplu).
De schoonheid van haar gezicht kan niet worden beschreven.
(Het zag er zo uit) alsof de maan (kunst) was gespleten en in het gezicht was geplaatst. 2.
Rani's liefde viel op hem,