Zeg eerst het woord “Shaktasur-hananan” en voeg vervolgens de woorden “Jaachar-nayak-shatru” toe en herken alle namen van Tupak.878.
CHAUPAI
Zeg eerst de woorden 'Sur Arnini' (het land met de rivier Jamana, de vrouw van Krishna, de vijand van de Mur-demon).
(Vervolgens) voeg de term 'Ja Char Nayak' toe.
Spreek dan het woord 'Satru' uit.
Noem de woorden "Jaachar-nayak-shatru" nadat u eerst het woord "Mur-arinin" hebt uitgesproken en ken alle namen van Tupak.879.
Zing eerst 'Narkantakanini' (land met rivier Jamana, vrouw van Krishna die Narakasura vermoordde).
(Vervolgens) voeg de woorden 'Ja Char Pati' toe.
Zeg dan het woord 'Satru'.
Het uitspreken van het woord “Narkaantaknin” in het begin en dan ‘jaachar-pati-shatru” zeggen en op deze manier worden alle namen van Tupak uitgesproken.880.
Zeg eerst het vers 'Naraka Harnini' (het land met de rivier Jamana, de vrouw van Krishna die Narakasura vermoordde).
Voeg (vervolgens) de woorden 'Ja Char Nayak' toe.
Spreek dan het woord 'Satru' uit.
Zeg eerst het woord “Narak-haanin”, voeg vervolgens de woorden “Jaachar-nayak-shatru” toe en ken de namen van Tupak.881.
Reciteer eerst 'Satru Ghainni' (Krishna's doder van de vijandelijke aarde).
(Vervolgens) voeg de term 'Ja Char Nayak' toe.
Spreek dan het woord 'Satru' uit.
Spreek eerst het woord “Shatru-ghayanin” uit, voeg vervolgens “Jaachar-nayak” toe en voeg daarna het woord “Shatru” toe en ken op deze manier de namen van Tupak.882.
ARIL
Zing eerst het woord 'Mur Mardanini' (het land met de rivier Jamana, de vrouw van Heer Krishna die het monster Mur doodde).
Voeg vervolgens de zinsnede 'Ja Char Nayak' toe.
Reciteer daarna aan het einde het woord 'satru'.
Door het woord “Murmardanin” uit te spreken en vervolgens de woorden “Jaachar-nayak-shatru” toe te voegen, ken je alle namen van Tupak.883.
CHAUPAI