Marich zag zijn leger wegrennen,
Vervolgens (spoorde hij het leger aan) met woede
En daagde zijn krachten uit met grote woede als de woede van een slang.80.
Rama schoot (hem) met een pijl
Ram vuurde zijn pijl af op Marich, die richting zee rende.
(Hij verliet het koninkrijk van dit) land
Hij nam de kleding van een Yogi aan en verliet zijn koninkrijk en land.81.
Prachtig pantser (Marich) vertrok
Hij droeg de kleding van een Yogi toen hij de prachtige koninklijke jurk verzaakte,
Hij ging en vestigde zich in de tuin van Lanka
En nadat hij alle vijandige ideeën had laten varen, begon hij in een huisje in Lanka te wonen.82.
Subahu met woede
Subahu marcheerde samen met zijn soldaten in grote woede naar voren,]
(Hij) kwam en begon de oorlog
En in de pijlenoorlog hoorde hij ook het verschrikkelijke geluid.83.
Hij was versierd met een prachtig leger.
In de bedekte strijdkrachten begonnen zeer snelle paarden te rennen
Kuddes olifanten brulden,
De olifanten brulden in alle richtingen en vóór hun gebrul leek het donderen van wolken erg dof.84.
De schilden botsten tegen elkaar.
Het kloppen op de schilden was hoorbaar en de gele en rode schilden zagen er indrukwekkend uit.
De krijgers hielden hun wapens vast
De krijgers begonnen op te staan met hun wapens in hun handen, en er was een voortdurende stroom van pijlen.
Vuurwapens bewogen
De vuurschachten werden afgevuurd en de wapens begonnen uit de handen van de krijgers te vallen.
De met bloed besmeurde (helden) zagen er zo uit
De dappere strijders, doordrenkt met bloed, leken op de deelnemers aan een huwelijksfeest die rode kleding droegen.86.
De meeste (van de krijgers) dwaalden (dus) gewond rond,
Veel gewonden zwerven rond als een dronkaard die dronken rondzwaait.
De krijgers versierden zichzelf zo
De krijgers hebben elkaar vastgegrepen als een bloem die de andere bloem vreugdevol ontmoet.87.
De gigantische koning
De demonenkoning werd gedood en hij bereikte zijn echte vorm.
Er klonken luide klokken.
De muziekinstrumenten werden bespeeld en luisterend naar hun geluid voelden de wolken.88.
De wagenmenners hadden de olifanten (slangen) gedood.
Veel wagenmenners werden gedood en de paarden begonnen onopgeëist over het slagveld te dwalen.
Er was een zware oorlog.
Deze oorlog was zo verschrikkelijk dat zelfs de meditatie van Shiva werd verbroken.89.
De uren tikten,
Het weerklinken van de gongs, trommels en tabors begon.
Het geschreeuw klonk
De trompetten klonken en de paarden hinnikten.90.
Het geluid van de zwaarden (Dhopa) was het geluid van rook.
Op het slagveld klonken verschillende geluiden en er werd op de helmen geklopt.
Schilden en pantsers werden doorgesneden
De pantsers van de lichamen werden in stukken gehakt en de helden volgden de discipline van Kshatriyas.91.
(Rama en Subahu) hadden een duel,