Sri Dasam Granth

Pagina - 874


ਦਾਨਵ ਗੀਧ ਕੇਤੁ ਕੋ ਭ੍ਰਾਤਾ ॥
daanav geedh ket ko bhraataa |

Broer van de gier Ketu-demon

ਕਾਕ ਕੇਤੁ ਤਿਹੂੰ ਲੋਕ ਬਿਖ੍ਯਾਤਾ ॥
kaak ket tihoon lok bikhayaataa |

Kak Ketu was beroemd onder de drie mensen.

ਕ੍ਰੂਰ ਕੇਤੁ ਦਾਨਵ ਇਕ ਧਾਯੋ ॥
kraoor ket daanav ik dhaayo |

Een wrede demon genaamd Ketu met hem

ਲੀਨੇ ਅਮਿਤ ਦੈਤ ਦਲ ਆਯੋ ॥੬੫॥
leene amit dait dal aayo |65|

Toestemming om een onverklaarbare partij mee te nemen. 65.

ਸਵੈਯਾ ॥
savaiyaa |

Zelf:

ਕਾਕ ਧੁਜਾ ਕਰਿ ਕੋਪ ਤਹੀ ਛਿਨ ਆਨਿ ਪਰਿਯੋ ਕਰਵਾਰ ਨਿਕਾਰੇ ॥
kaak dhujaa kar kop tahee chhin aan pariyo karavaar nikaare |

Kak Dhuj werd boos en trok onmiddellijk zijn zwaard.

ਸਿੰਘ ਸਲਾ ਸਰਦੂਲ ਸਿਲੀਮੁਖ ਸਾਲ ਤਮਾਲ ਹਨੇ ਅਹਿ ਕਾਰੇ ॥
singh salaa saradool sileemukh saal tamaal hane eh kaare |

(Hij) doodde de leeuw, de rots, de shardul, de pijlmond, de sal en de tamal en de zwarte slang.

ਸ੍ਵਾਨ ਸ੍ਰਿੰਗਾਲ ਸੁਰਾਤਕ ਸੀਸ ਧੁਜਾ ਰਥ ਨਾਗ ਧਰਾਧਰ ਭਾਰੇ ॥
svaan sringaal suraatak sees dhujaa rath naag dharaadhar bhaare |

Honden, jakhalzen, reuzenkoppen ('surantaka's'), dhuja's, strijdwagens, slangen en grote zware bergen.

ਯੌ ਬਰਖੇ ਨਭ ਤੇ ਹਰਖੇ ਰਿਪੁ ਆਨਿ ਦਸੋ ਦਿਸਿ ਤੇ ਭਭਕਾਰੇ ॥੬੬॥
yau barakhe nabh te harakhe rip aan daso dis te bhabhakaare |66|

Het regende uit de lucht en de vijanden kwamen uit alle vier de richtingen vrolijk schreeuwend. 66.

ਦੋਹਰਾ ॥
doharaa |

dubbel:

ਮਾਯਾ ਦੈਤ ਪਸਾਰਿ ਕੈ ਪੁਨਿ ਬੋਲਾ ਇਮਿ ਬੈਨ ॥
maayaa dait pasaar kai pun bolaa im bain |

De demon straalde een illusoire kracht uit en sprak toen zo

ਜੁਧੁ ਸੁਯੰਬਰ ਜੀਤਿ ਤੁਹਿ ਲੈ ਜੈਹੌ ਨਿਜੁ ਐਨ ॥੬੭॥
judh suyanbar jeet tuhi lai jaihau nij aain |67|

Dat (ik) je naar mijn huis zal brengen na het winnen van de strijd. 67.

ਸਵੈਯਾ ॥
savaiyaa |

Zelf:

ਰਾਜ ਸੁਤਾ ਕਰਿ ਕੋਪ ਤਿਹੀ ਛਿਨ ਸਾਮੁਹਿ ਹ੍ਵੈ ਹਥਿਯਾਰ ਗਹੇ ॥
raaj sutaa kar kop tihee chhin saamuhi hvai hathiyaar gahe |

Raj Kumari kwam onmiddellijk naar voren met een wapen in haar hand.

ਬਲਵਾਨ ਕਮਾਨ ਕੋ ਤਾਨਿ ਹਨੇ ਕਬਿ ਰਾਮ ਭਨੈ ਚਿਤ ਮੈ ਜੁ ਚਹੇ ॥
balavaan kamaan ko taan hane kab raam bhanai chit mai ju chahe |

Dichter Ram zegt dat (Raj Kumari) een krachtige buiging maakte en wie hij maar wilde doodde.

ਸਰ ਸੂਰ ਦਇੰਤਨ ਕੇ ਤਨ ਮੈ ਇਹ ਭਾਤਿ ਲਗੇ ਨਹਿ ਜਾਤ ਕਹੇ ॥
sar soor deintan ke tan mai ih bhaat lage neh jaat kahe |

Pijlen doorboorden de lichamen van helden en reuzen zoals deze, wat niet kan worden beschreven.

ਮਨੋ ਇੰਦ੍ਰ ਕੇ ਬਾਗ ਅਸੋਕ ਬਿਖੈ ਫੁਲਵਾਰਿਨ ਕੇ ਫਲ ਫੂਲ ਰਹੇ ॥੬੮॥
mano indr ke baag asok bikhai fulavaarin ke fal fool rahe |68|

(Het lijkt zo) alsof er bloemen en fruit werden geplant in de bloementuinen van Ashoka Bagh van Indra. 68.

ਕਾਢਿ ਕ੍ਰਿਪਾਨ ਮਹਾ ਕੁਪਿ ਕੈ ਭਟ ਕੂਦਿ ਪਰੇ ਸਰਦਾਰ ਕਰੋਰੇ ॥
kaadt kripaan mahaa kup kai bhatt kood pare saradaar karore |

Met getrokken zwaarden en woedend stormden de leiders van miljoenen soldaten de strijd in.

ਬਾਲ ਹਨੇ ਬਲਵਾਨ ਘਨੇ ਇਕ ਫਾਸਿਨ ਸੌ ਗਹਿ ਕੈ ਝਕਝੋਰੇ ॥
baal hane balavaan ghane ik faasin sau geh kai jhakajhore |

(Dat) Raj Kumari ving veel sterke krijgers met een strop en sloeg ze af.

ਸਾਜ ਪਰੇ ਕਹੂੰ ਤਾਜ ਗਿਰੇ ਗਜਰਾਜ ਗਿਰੇ ਛਿਤ ਪੈ ਸਿਰ ਤੋਰੇ ॥
saaj pare kahoon taaj gire gajaraaj gire chhit pai sir tore |

Ergens liggen de ornamenten, ergens zijn de kronen gevallen, ergens krabben de olifanten hun hoofd op de grond.

ਲੁਟੇ ਰਥੀ ਰਥ ਫੂਟੇ ਕਹੂੰ ਬਿਨੁ ਸ੍ਵਾਰ ਫਿਰੈ ਹਿਨਨਾਵਤ ਘੋਰੇ ॥੬੯॥
lutte rathee rath footte kahoon bin svaar firai hinanaavat ghore |69|

Ergens liggen de wagenmenners, ergens zijn de wagens kapot en ergens lopen de paarden zonder ruiters rond. 69.

ਚੌਪਈ ॥
chauapee |

vierentwintig:

ਜੇ ਭਟ ਅਮਿਤ ਕੋਪ ਕਰਿ ਧਾਏ ॥
je bhatt amit kop kar dhaae |

Omdat veel krijgers met grote woede kwamen,

ਤੇ ਬਿਨੁ ਤਨ ਹ੍ਵੈ ਸੁਰਗ ਸਿਧਾਏ ॥
te bin tan hvai surag sidhaae |

Ze gingen allemaal zonder lichaam naar de hemel.

ਚਟਪਟ ਬਿਕਟ ਪਲਟਿ ਜੇ ਲਰੇ ॥
chattapatt bikatt palatt je lare |

De woeste krijgers die zich snel omdraaiden en vochten,

ਕਟਿ ਕਟਿ ਮਰੇ ਬਰੰਗਨਿਨ ਬਰੇ ॥੭੦॥
katt katt mare baranganin bare |70|

Ze werden neergehaald en gedood door de Apachhara's. 70.

ਜੇ ਭਟ ਬਿਮੁਖਾਹਵ ਹ੍ਵੈ ਮੂਏ ॥
je bhatt bimukhaahav hvai mooe |

De krijgers die gezichtsloos stierven op het slagveld,

ਇਤ ਕੇ ਭਏ ਨ ਉਤ ਕੇ ਹੂਏ ॥
eit ke bhe na ut ke hooe |

Ze zullen niet vanaf hier geven, noch zullen ze vanaf daar geven (hierna).

ਗਰਜਿ ਪ੍ਰਾਨ ਬੀਰਨ ਜਿਨ ਦਏ ॥
garaj praan beeran jin de |

Degenen die hun leven als helden gaven door aan de bel te luiden,

ਦੈ ਦੁੰਦਭੀ ਸ੍ਵਰਗ ਜਨੁ ਗਏ ॥੭੧॥
dai dundabhee svarag jan ge |71|

Ze gingen naar de hemel alsof ze schreeuwden. 71.

ਦੋਹਰਾ ॥
doharaa |

dubbel:

ਜਿਨ ਇਸਤ੍ਰਿਨ ਜਰਿ ਅਗਨਿ ਮੈ ਪ੍ਰਾਨ ਆਪਨੇ ਦੀਨ ॥
jin isatrin jar agan mai praan aapane deen |

Vrouwen die hun leven hebben gegeven door in het vuur te branden (dwz door sati te worden),

ਝਗਰਿ ਬਰੰਗਨਿਨ ਤੇ ਤਹਾ ਛੀਨਿ ਪਤਿਨ ਕਹ ਲੀਨ ॥੭੨॥
jhagar baranganin te tahaa chheen patin kah leen |72|

Ze hebben hun echtgenoten meegenomen na ruzie met de Apachhara's daar. 72.

ਚੌਪਈ ॥
chauapee |

vierentwintig:

ਐਸੇ ਬਾਲ ਬੀਰ ਬਹੁ ਮਾਰੇ ॥
aaise baal beer bahu maare |

Dus (dat) Raj Kumari veel krijgers doodde

ਸੁਮਤਿ ਸਿੰਘ ਆਦਿਕ ਹਨਿ ਡਾਰੇ ॥
sumat singh aadik han ddaare |

En doodde ook Sumati Singh enz.

ਸਮਰ ਸੈਨ ਰਾਜਾ ਪੁਨਿ ਹਯੋ ॥
samar sain raajaa pun hayo |

Toen doodde Samar San de koning

ਤਾਲ ਕੇਤੁ ਮ੍ਰਿਤ ਲੋਕ ਪਠਯੋ ॥੭੩॥
taal ket mrit lok patthayo |73|

En stuurde Tal Ketu naar de wereld van de doden. 73.

ਬ੍ਰਹਮ ਕੇਤੁ ਕਹ ਪੁਨਿ ਹਨਿ ਦੀਨੋ ॥
braham ket kah pun han deeno |

Toen nam (hij) het leven van de goddelijke Ketu

ਕਾਰਤਿਕੇਯ ਧੁਜ ਕੋ ਬਧ ਕੀਨੋ ॥
kaaratikey dhuj ko badh keeno |

En Kartikeya doofde het licht.

ਕ੍ਰੂਰ ਕੇਤੁ ਦਾਨਵ ਤਬ ਧਾਯੋ ॥
kraoor ket daanav tab dhaayo |

Toen arriveerde de wrede Ketu-demon

ਤੁਮਲ ਜੁਧ ਤਿਹ ਠੌਰ ਮਚਾਯੋ ॥੭੪॥
tumal judh tih tthauar machaayo |74|

En op die plek ontstond de Ghamsan-oorlog. 74.

ਕੌਲ ਕੇਤੁ ਦਾਨਵ ਉਠਿ ਧਾਯੋ ॥
kaual ket daanav utth dhaayo |

(Toen) stond de reus Kaul Ketu op en kwam

ਕਮਠ ਕੇਤੁ ਚਿਤ ਅਧਿਕ ਰਿਸਾਯੋ ॥
kamatth ket chit adhik risaayo |

En Kamath Ketu werd erg boos in (zijn) geest.

ਕੇਤੁ ਉਲੂਕ ਚਲਾ ਦਲ ਲੈ ਕੈ ॥
ket ulook chalaa dal lai kai |

(Toen) ging Uluk met Ketu's gezelschap mee

ਕੁਤਿਸਿਤ ਕੇਤੁ ਕ੍ਰੋਧ ਤਨ ਤੈ ਕੈ ॥੭੫॥
kutisit ket krodh tan tai kai |75|

En Kutisit Ketu werd boos (liep) ॥75॥

ਕੌਲ ਕੇਤੁ ਤ੍ਰਿਯ ਤਬੈ ਸੰਘਾਰਾ ॥
kaual ket triy tabai sanghaaraa |

Kaul Ketu werd vermoord door de vrouw (Raj Kumari).

ਕੁਤਿਸਿਤ ਕੇਤੁ ਮਾਰ ਹੀ ਡਾਰਾ ॥
kutisit ket maar hee ddaaraa |

En doodde ook Kutisit Ketu.