Sri Dasam Granth

Pagina - 157


ਦੁਖ ਦਾਹਤ ਸੰਤਨ ਕੇ ਆਯੋ ॥
dukh daahat santan ke aayo |

Gij hebt het lijden van de heiligen vernietigd

ਦੁਖਦਾਹਨ ਪ੍ਰਭ ਤਦਿਨ ਕਹਾਯੋ ॥੧੧॥
dukhadaahan prabh tadin kahaayo |11|

Daarom wordt U ‘Dukh-dahan’ (de vernietiger van lijden) genoemd.

ਰਹਾ ਅਨੰਤ ਅੰਤ ਨਹੀ ਪਾਯੋ ॥
rahaa anant ant nahee paayo |

Gij zijt Oneindig en niemand zou Uw grenzen kunnen kennen

ਯਾ ਤੇ ਨਾਮੁ ਬਿਅੰਤ ਕਹਾਯੋ ॥
yaa te naam biant kahaayo |

Daarom wordt u ���Breant��� (de grenzeloze Heer) genoemd

ਜਗ ਮੋ ਰੂਪ ਸਭਨ ਕੈ ਧਰਤਾ ॥
jag mo roop sabhan kai dharataa |

Gij schept de vormen van alles in de wereld

ਯਾ ਤੇ ਨਾਮੁ ਬਖਨੀਯਤ ਕਰਤਾ ॥੧੨॥
yaa te naam bakhaneeyat karataa |12|

Daarom wordt u Schepper genoemd.12.

ਕਿਨਹੂੰ ਕਹੂੰ ਨ ਤਾਹਿ ਲਖਾਯੋ ॥
kinahoon kahoon na taeh lakhaayo |

Niemand heeft U kunnen begrijpen,

ਇਹ ਕਰਿ ਨਾਮ ਅਲਖ ਕਹਾਯੋ ॥
eih kar naam alakh kahaayo |

Daarom wordt jij ���Alakh��� genoemd (onbegrijpelijk)

ਜੋਨਿ ਜਗਤ ਮੈ ਕਬਹੂੰ ਨ ਆਯਾ ॥
jon jagat mai kabahoon na aayaa |

Jij wordt niet geboren in de wereld

ਯਾ ਤੇ ਸਭੋ ਅਜੋਨ ਬਤਾਯਾ ॥੧੩॥
yaa te sabho ajon bataayaa |13|

Daarom noemden allen U ���Ajon��� (Ongeboren).13.

ਬ੍ਰਹਮਾਦਿਕ ਸਬ ਹੀ ਪਚਿ ਹਾਰੇ ॥
brahamaadik sab hee pach haare |

Brahma en anderen zijn het beu geworden om Uw einde te kennen

ਬਿਸਨ ਮਹੇਸਵਰ ਕਉਨ ਬਿਚਾਰੇ ॥
bisan mahesavar kaun bichaare |

Wie zijn de hulpeloze goden Vishnu en Shiva?

ਚੰਦ ਸੂਰ ਜਿਨਿ ਕਰੇ ਬਿਚਾਰਾ ॥
chand soor jin kare bichaaraa |

De zon en de maan mediteren ook op U

ਤਾ ਤੇ ਜਨੀਯਤ ਹੈ ਕਰਤਾਰਾ ॥੧੪॥
taa te janeeyat hai karataaraa |14|

Daarom staat U bekend als de Schepper.14.

ਸਦਾ ਅਭੇਖ ਅਭੇਖੀ ਰਹਈ ॥
sadaa abhekh abhekhee rahee |

Gij zijt altijd onwetend, en zult onwetend zijn

ਤਾ ਤੇ ਜਗਤ ਅਭੇਖੀ ਕਹਈ ॥
taa te jagat abhekhee kahee |

Daarom noemt de wereld U ���Abhekhi��� (Adeloos)

ਅਲਖ ਰੂਪ ਕਿਨਹੂੰ ਨਹਿ ਜਾਨਾ ॥
alakh roop kinahoon neh jaanaa |

Niemand kent Uw onzichtbare vorm

ਤਿਹ ਕਰ ਜਾਤ ਅਲੇਖ ਬਖਾਨਾ ॥੧੫॥
tih kar jaat alekh bakhaanaa |15|

Daarom wordt U beschreven als ���Alekh��� (Onbegrijpelijk).15.

ਰੂਪ ਅਨੂਪ ਸਰੂਪ ਅਪਾਰਾ ॥
roop anoop saroop apaaraa |

Uw schoonheid is uniek en uw vormen zijn ontelbaar

ਭੇਖ ਅਭੇਖ ਸਭਨ ਤੇ ਨਿਆਰਾ ॥
bhekh abhekh sabhan te niaaraa |

U bent duidelijk afgescheiden van alle vermommingen en niet gebonden aan enig geloof of idee

ਦਾਇਕ ਸਭੋ ਅਜਾਚੀ ਸਭ ਤੇ ॥
daaeik sabho ajaachee sabh te |

U bent de Universele Schenker en Uzelf smeekt niet

ਜਾਨ ਲਯੋ ਕਰਤਾ ਹਮ ਤਬ ਤੇ ॥੧੬॥
jaan layo karataa ham tab te |16|

Daarom heb ik U gekend als de Schepper.16.

ਲਗਨ ਸਗਨ ਤੇ ਰਹਤ ਨਿਰਾਲਮ ॥
lagan sagan te rahat niraalam |

U wordt niet beïnvloed door enig voorteken of gunstige tijd

ਹੈ ਯਹ ਕਥਾ ਜਗਤ ਮੈ ਮਾਲਮ ॥
hai yah kathaa jagat mai maalam |

Dit feit is bij de hele wereld bekend

ਜੰਤ੍ਰ ਮੰਤ੍ਰ ਤੰਤ੍ਰ ਨ ਰਿਝਾਯਾ ॥
jantr mantr tantr na rijhaayaa |

Geen van de Yantra's, Mantra's en Tantra's bevalt U

ਭੇਖ ਕਰਤ ਕਿਨਹੂੰ ਨਹਿ ਪਾਯਾ ॥੧੭॥
bhekh karat kinahoon neh paayaa |17|

En niemand kon U verwezenlijken door andere gedaanten aan te nemen.

ਜਗ ਆਪਨ ਆਪਨ ਉਰਝਾਨਾ ॥
jag aapan aapan urajhaanaa |

De hele wereld is bezig met haar eigen belangen

ਪਾਰਬ੍ਰਹਮ ਕਾਹੂੰ ਨ ਪਛਾਨਾ ॥
paarabraham kaahoon na pachhaanaa |

En niemand begrijpt het transcendentale brahman

ਇਕ ਮੜੀਅਨ ਕਬਰਨ ਵੇ ਜਾਹੀ ॥
eik marreean kabaran ve jaahee |

Voor Uw realisatie gaan velen naar de crematieplaatsen en begraafplaatsen

ਦੁਹੂੰਅਨ ਮੈ ਪਰਮੇਸਰ ਨਾਹੀ ॥੧੮॥
duhoonan mai paramesar naahee |18|

Maar de Heer is niet in beiden aanwezig.18.

ਏ ਦੋਊ ਮੋਹ ਬਾਦ ਮੋ ਪਚੇ ॥
e doaoo moh baad mo pache |

Beiden (de hindoes en moslims) vernietigen zichzelf in gehechtheden en in vergeefse discussies en geschillen

ਤਿਨ ਤੇ ਨਾਥ ਨਿਰਾਲੇ ਬਚੇ ॥
tin te naath niraale bache |

Maar o Heer! Jij bent duidelijk gescheiden van hen beiden

ਜਾ ਤੇ ਛੂਟਿ ਗਯੋ ਭ੍ਰਮ ਉਰ ਕਾ ॥
jaa te chhoott gayo bhram ur kaa |

Hij, met wiens realisatie de illusie van de geest wordt verwijderd

ਤਿਹ ਆਗੈ ਹਿੰਦੂ ਕਿਆ ਤੁਰਕਾ ॥੧੯॥
tih aagai hindoo kiaa turakaa |19|

Voor die Heer is niemand een hindoe of moslim.19.

ਇਕ ਤਸਬੀ ਇਕ ਮਾਲਾ ਧਰਹੀ ॥
eik tasabee ik maalaa dharahee |

Eén van hen draagt een Tasbi (de rozenkrans van moslims) en de ander draagt Mala (de rozenkrans van een hindoe)

ਏਕ ਕੁਰਾਨ ਪੁਰਾਨ ਉਚਰਹੀ ॥
ek kuraan puraan ucharahee |

Eén van hen reciteert de Koran en de ander leest Purana’s

ਕਰਤ ਬਿਰੁਧ ਗਏ ਮਰਿ ਮੂੜਾ ॥
karat birudh ge mar moorraa |

De aanhangers van beide religies sterven dwaas door elkaar te bestrijden,

ਪ੍ਰਭ ਕੋ ਰੰਗੁ ਨ ਲਾਗਾ ਗੂੜਾ ॥੨੦॥
prabh ko rang na laagaa goorraa |20|

En geen van hen is gekleurd in de liefde van de Heer.20.

ਜੋ ਜੋ ਰੰਗ ਏਕ ਕੇ ਰਾਚੇ ॥
jo jo rang ek ke raache |

Zij die doordrongen zijn van de liefde van de Heer,

ਤੇ ਤੇ ਲੋਕ ਲਾਜ ਤਜਿ ਨਾਚੇ ॥
te te lok laaj taj naache |

Ze laten hun verlegenheid varen en dansen in extase

ਆਦਿ ਪੁਰਖ ਜਿਨਿ ਏਕੁ ਪਛਾਨਾ ॥
aad purakh jin ek pachhaanaa |

Degenen die hebben erkend dat de oorspronkelijke Purusha,

ਦੁਤੀਆ ਭਾਵ ਨ ਮਨ ਮਹਿ ਆਨਾ ॥੨੧॥
duteea bhaav na man meh aanaa |21|

De dualiteit wordt uit hun hart vernietigd.21.

ਜੋ ਜੋ ਭਾਵ ਦੁਤਿਯ ਮਹਿ ਰਾਚੇ ॥
jo jo bhaav dutiy meh raache |

Degenen die verzonken zijn in de dualiteit,

ਤੇ ਤੇ ਮੀਤ ਮਿਲਨ ਤੇ ਬਾਚੇ ॥
te te meet milan te baache |

Ze zijn ver verwijderd van de eenheid van de Heer. Hun allerhoogste vriend

ਏਕ ਪੁਰਖ ਜਿਨਿ ਨੈਕੁ ਪਛਾਨਾ ॥
ek purakh jin naik pachhaanaa |

Zij die de Allerhoogste Purusha ook maar een beetje hebben herkend,

ਤਿਨ ਹੀ ਪਰਮ ਤਤ ਕਹ ਜਾਨਾ ॥੨੨॥
tin hee param tat kah jaanaa |22|

Zij hebben Hem begrepen als de Allerhoogste Essentie.22.

ਜੋਗੀ ਸੰਨਿਆਸੀ ਹੈ ਜੇਤੇ ॥
jogee saniaasee hai jete |

Alle yogi's en sannyasi's

ਮੁੰਡੀਆ ਮੁਸਲਮਾਨ ਗਨ ਕੇਤੇ ॥
munddeea musalamaan gan kete |

Alle asceten en monniken met geschoren hoofden en moslims