Sheshnag en Kuber ('Alikes') waren allemaal erg verdrietig
nam alle mensen onder zijn heerschappij.(6)
Dohira
Ses, Jales, Sures en alle goden die hij meebracht om in zijn rijk te leven.
En dat de Duivel werd verleid door de vrouw van Ruder en dat het zien van haar opgetogen was.(7)
Chaupaee
Het zien van de vorm van een vrouw (Jalandhar) was verleidelijk
Hij was zo gefascineerd toen hij haar zag, dat hij een wijze afgezant naar haar toe stuurde.
O Rudra! geef mij transcendentie,
Hij vroeg Rude Parbati aan hem over te dragen of de vernietiging te aanvaarden.(8)
Maha Rudra zei:
Dohira
'De dochters en zussen worden weggegeven volgens de traditie van de Veda's.
'Maar luister, tot op de dag van vandaag heeft niemand zijn vrouw weggegeven.'(9)
Chaupaee
Dat arrogante reuzenkoninkrijk was woedend
Met de steun van een groot aantal leden van het leger van de duivels werd hij woedend.
sombha, sombha,
Hij riep Sunbh en NiSunbh (duivels) erbij en verzamelde allen vol van toorn.
Bhujang-vers:
De koppige reus werd erg boos
Volledig uitgerust met pijlen schetterden ze.
(In hun handen) waren drietanden en speren versierd.
Ze waren doorspekt met speren en drietanden, en dus wie durfde te vechten.(11)
Hierop werd Rudra boos en speelde op de trommel.
Aan deze kant werd Ruder erg boos, sloeg op de trommel en Indra arriveerde met zijn leger.
De zon en de maan hadden ook veel metgezellen
Ook kwam Chandra samen met zijn landgenoten, allemaal met speren en drietanden in de hand.(12)
De koppige reuzen waren erg boos
En dus liepen ze alsof ze bavianen waren.
(Zij) hadden bliksemschichten in hun handen en de grote krijgers donderden.
Ze konden niet worden verwijderd (van het slagveld), noch konden ze worden gedood. 13.
Hati Deva met een zeer sterk leger
Maha Rudra kwam naar voren om de oorlog te bestrijden.
Vishnu versierde de krijgers ook op deze manier
Dat zelfs de trots van de godinnen eindigde nadat ze hen hadden gezien. 14.
Hier zijn de oevers reuzen en daar versieren de goden,
Alsof Diti en Aditi de geest boeien.
Er klinkt veel ijzer (van beide kanten) en (niemand) vlucht.
Paraplupaarden dansen van beide kanten. 15.
Daar rinkelde het strijkijzer zo luid,
Aan de ene kant waren er de stoere duivels, en aan de andere kant kregen de goden en hun nakomelingen eer.
Hathi Shiva draagt de drietand goed in de hand
Het staal begon op staal te slaan en om er zeker van te zijn dat niemand wegliep, kwamen de Kashatris van alle kanten rond.(16)
Op dat slagveld is een dodelijke raga gespeeld.
Degenen die geen nut hadden, vluchtten (vandaar).
Kinderen en oude mensen zijn allemaal boos en vechten
En inderdaad zijn de heiligen martelaren geworden. 17.