De wortel van het vers (van de mantra), de wortel van alle woorden (slapende Mars-vorm). (Onam = Jog samput-vorm, indicatieve letter die aan het begin van mantra's moet worden gebruikt) Schoonheid, Kalyana, Anand. In alle drie de perioden blijft er een rasa over die onvergankelijk is. De vorm van Chaitanya, de verlichter van wortelsubstanties, die de duisternis verlicht.
Sorath:
Mijn smeekbede aan Ad(i) Purakh (oorspronkelijke Heer), groet de heilige voeten van de ware goeroe (die de belichaming is van de Heer)
Zoals de maan, die weliswaar één is, maar overal en in iedereen verblijft en toch één blijft.
Dohra:
Begroeting aan de heilige voeten van Satguru, de belichaming van de glorieuze Waheguru die de Oerheer is.
Hij is als de maan, die overal aanwezig is en toch één blijft.
Channt:
Waheguru (Heer) die alomtegenwoordig is en wiens omvang zelfs door Sheshnag (een mythologische slang met duizend koppen) niet kan worden gedefinieerd,
Wiens lof Ved, Bhats en alle anderen al eeuwen zingen en toch zeggen: niet dit, zelfs dit niet.
Wie was er in het begin, tussen het tijdperk en zal er in de toekomst blijven,
Mijn smeekbede aan Hem door de heilige voeten van de Ware Goeroe waarin Hij volledig straalt. (1)