Een blinde persoon heeft de steun van spraak, handen en voeten. En als iemand ook blind en stom is, dan is hij voor luisterkracht, handen en voeten afhankelijk van anderen.
Als iemand blind, doofstom is, heeft hij steun van handen en voeten. Maar als iemand blind, doof, stom en kreupel is, heeft hij alleen steun van zijn handen.
Maar ik ben een bundel van pijn en lijden, omdat ik blind, doof, stom, kreupel ben en geen steun heb. Ik ben diep bedroefd.
O Almachtige Heer! Jij bent Alwetend. Hoe kan ik je mijn pijn vertellen, hoe zal ik leven en hoe zal ik deze wereldse oceaan van leven oversteken. (315)