Net zoals de voorliefde voor water voor een vis nooit afneemt en de liefde van een mot voor de vlam van een olielamp nooit afneemt.
Net zoals een zwarte bij nooit verzadigd raakt van de geur van bloemen, neemt het verlangen van een vogel om door de lucht te vliegen nooit af.
Net zoals het horen van de donder van de verzamelde wolken het hart van een pauw en de regenvogel verblijdt, en de liefde van een hert voor het horen van de zoete muziek van Chanda Herha niet afneemt.
Dat geldt ook voor de liefde van een goeroebewuste heilige, de zoeker naar ambrosiale nectar voor zijn dierbare ware goeroe. Het verlangen naar liefde voor zijn Guru, dat in elk lid van zijn lichaam is doorgedrongen en snel stroomt, neemt nooit af. (424)