Brahma bestudeerde en dacht erover na, maar kon het begin en het einde van de oneindige Heer niet doorgronden. Sheshnag, met zijn duizend tongen, en Shiv Ji raken in extatische toestand terwijl hij Zijn lofzang zingt en nadenkt over Zijn omvang.
De wijze Narad, de godin Saraswati, Shukracharya en Sanatan, de zonen van Brahma, buigen voor Hem nadat ze in meditatie over Hem hebben nagedacht.
De Heer die er is sinds het begin van het begin, is voorbij het begin en is verspreid voorbij het bevattingsvermogen van geest en zintuigen. Over deze mammonloze en smetteloze Heer wordt door iedereen nagedacht.
De ware goeroe die zich in zo’n God verdiept, wordt opgenomen en doordrongen van de bijeenkomst van allerhoogste mensen. 0 broer! Ik val, ja ik val op de heilige voeten van zo’n Ware Goeroe. (554)