Als een baken wordt aangestoken maar afgedekt wordt gehouden, kan niemand in die kamer iets zien, ondanks de aanwezigheid van een olielamp daar.
Maar hij die de lamp heeft verborgen, verwijdert de afdekking en verlicht de kamer, de duisternis van de kamer wordt verdreven.
Dan kan men alles zien en zelfs degene die de lamp heeft aangestoken kan men herkennen.
Op dezelfde manier verblijft God latent in de tiende deur van dit heilige en onschatbare lichaam. Door de door de Ware Guru gezegende bezwering en het voortdurend oefenen ervan, realiseert men zich Hem en voelt men Zijn aanwezigheid daar. (363)