Kabit - Door het beoefenen van Naam Simran en ademhalingsoefeningen verwerft de visachtige scherpe en windachtige snel waaiende geest een stabiele plek voorbij de tiende deur die ontoegankelijk is.
Op die plaats wordt noch het effect van vijf elementen zoals lucht, vuur etc., noch van de zon of de maan of zelfs van de schepping ervaren.
Het ervaart geen effect van materiële verlangens, noch van lichaams- of levensondersteunende elementen. Het is zich niet bewust van woorden en geluiden. Er bestaat daar geen effect van enig licht of zicht.
Buiten die goddelijke staat en in het ontoegankelijke gebied is er geen meester en geen volger. In dat niet-bestaande rijk van inactiviteit en winterslaap verkeert men nooit in enige vorm van wonderbaarlijke toestand (wonderbaarlijke of ongewone gebeurtenissen vinden niet meer plaats).