De gehoorzame Gursikh van de Ware Guru heeft waarheid en ware moraal als zijn troon, terwijl geduld en tevredenheid zijn ministers zijn. Zijn vlag is de eeuwige volhardende gerechtigheid.
Die Sikh van de Guru verblijft in de tiende opening, als het kapitaal van zijn lichaam. Vriendelijkheid is zijn belangrijkste koningin. Zijn daden en fortuin uit het verleden zijn zijn penningmeester, terwijl liefde zijn koninklijke feestmaal en voedsel is. Hij is geen slaaf van wereldse lekkernijen,
Zijn beleid van regeren is het vestigen van een koninkrijk van nederigheid en gerechtigheid. Vergeving is zijn baldakijn waaronder hij zit. De geruststellende en vredige schaduw van zijn baldakijn is overal bekend.
Vrede en troost voor iedereen zijn zijn gelukkige onderwerpen. Door de praktijk van Naam Simran en zijn hoofdstad in de tiende deur, waar de goddelijke uitstraling altijd straalt, speelt de ongeslagen melodie voortdurend in zijn hoofdstad. (246)