Dit zijn precies de ogen die vroeger de buitengewoon mooie gedaante van de geliefde Heer zagen en die bij het bevredigen van hun verlangen zichzelf opslorpten in de geestelijke gelukzaligheid.
Dit zijn de ogen die vroeger in vervoering van gelukzaligheid gingen bij het zien van de goddelijke wonderen van de dierbare Heer.
Dit zijn de ogen die het meest leden toen de Heer, de Meester van mijn leven, gescheiden werd.
Om de liefdevolle relatie met de geliefde te vervullen, gedragen deze ogen, die vroeger vóór alle andere delen van mijn lichaam waren, zoals neus, oren, tong enz., zich nu als vreemden over hen allemaal. (Beroofd zijn van de glimp van de geliefde Heer en Zijn wonderbaarlijke daad