Met de ontmoeting van Guru en Sikh, en de verdieptheid van laatstgenoemde in het goddelijke woord, is hij in staat het bedrog van vijf ondeugden tegen te gaan: kam, krodh, lobh, moh en ahankar. De vijf deugden Waarheid, Tevredenheid, Mededogen, Toewijding en Geduld worden paramou
Al zijn twijfels, angst en discriminerende gevoelens worden vernietigd. Hij wordt niet opgejaagd door de wereldse ongemakken die voortvloeien uit wereldse activiteiten.
Met zijn bewuste bewustzijn stevig verankerd in de mystieke tiende opening, lijken de wereldse aantrekkingen en de Heer voor hem hetzelfde. Hij ziet het beeld van de Heer in ieder schepsel van de wereld. En in zo'n toestand blijft hij verdiept in de hemelse muziek
In zo’n hoge spirituele staat geniet hij hemelse gelukzaligheid en schijnt het goddelijke licht in hem. Hij geniet altijd van het goddelijke elixer van Naam. (29)