Kabit Savaiye Bhai Gurdas Ji

Pagina - 173


ਪ੍ਰੇਮ ਰਸ ਕੋ ਪ੍ਰਤਾਪੁ ਸੋਈ ਜਾਨੈ ਜਾ ਮੈ ਬੀਤੇ ਮਦਨ ਮਦੋਨ ਮਤਿਵਾਰੋ ਜਗ ਜਾਨੀਐ ।
prem ras ko prataap soee jaanai jaa mai beete madan madon mativaaro jag jaaneeai |

Hij alleen kan de grootsheid van het liefdeselixer van de Heer waarderen die het ervaart. Het is net als een dronkaard die door de wereld als gek wordt beschouwd.

ਘੂਰਮ ਹੋਇ ਘਾਇਲ ਸੋ ਘੂਮਤ ਅਰੁਨ ਦ੍ਰਿਗ ਮਿਤ੍ਰ ਸਤ੍ਰਤਾ ਨਿਲਜ ਲਜਾ ਹੂ ਲਜਾਨੀਐ ।
ghooram hoe ghaaeil so ghoomat arun drig mitr satrataa nilaj lajaa hoo lajaaneeai |

Net zoals een gewonde krijger op het slagveld ronddwaalt met felrode ogen, veinst hij het gevoel van vriendschap en vijandigheid,

ਰਸਨਾ ਰਸੀਲੀ ਕਥਾ ਅਕਥ ਕੈ ਮੋਨ ਬ੍ਰਤ ਅਨ ਰਸ ਰਹਿਤ ਨ ਉਤਰ ਬਖਾਨੀਐ ।
rasanaa raseelee kathaa akath kai mon brat an ras rahit na utar bakhaaneeai |

Iemand die verliefd is op de liefde van God, heeft een nectarachtige spraak als gevolg van het voortdurend reciteren van de onbeschrijfelijke eigenschappen van de Heer. Hij aanvaardt de stilte en is vrij van alle andere verlangens. Hij praat met niemand en blijft genieten van de zoetheid van de naam van Heer.

ਸੁਰਤਿ ਸੰਕੋਚ ਸਮਸਰਿ ਅਸਤੁਤਿ ਨਿੰਦਾ ਪਗ ਡਗਮਗ ਜਤ ਕਤ ਬਿਸਮਾਨੀਐ ।੧੭੩।
surat sankoch samasar asatut nindaa pag ddagamag jat kat bisamaaneeai |173|

Hij houdt al zijn verlangens verborgen. Lof en belediging zijn voor hem allemaal hetzelfde. In de verdoving van Naam wordt hij gezien terwijl hij een leven vol wonderen leidt. (173)