Houd volgens de instructies van de Guru je geest stabiel; O mijn ziel, laat haar nergens heen dwalen.
Iemand die de Bani van de Lof van de Heer God uitspreekt, O Nanak, verkrijgt de vruchten van de verlangens van zijn hart. ||1||
Onder de instructies van de Goeroe verblijft de Ambrosiale Naam in de geest, o mijn ziel; spreek met je mond de woorden van ambrozijn uit.
De woorden van de toegewijden zijn Ambrozijnnectar, o mijn ziel; als u ze in uw gedachten hoort, omarm dan liefdevolle genegenheid voor de Heer.
Zo lang gescheiden, heb ik de Heer God gevonden; Hij houdt mij stevig vast in zijn liefdevolle omhelzing.
De geest van dienaar Nanak is gevuld met gelukzaligheid, o mijn ziel; de ongeslagen geluidsstroom van de Shabad trilt van binnen. ||2||
Als mijn vrienden en metgezellen maar zouden komen en mij zouden verenigen met mijn Heer God, o mijn ziel.
Ik bied mijn geest aan degene die de preek van mijn Heer God reciteert, o mijn ziel.
Aanbid als Gurmukh altijd de Heer in aanbidding, o mijn ziel, en je zult de vruchten van de verlangens van je hart verkrijgen.
O Nanak, haast je naar het Heiligdom van de Heer; O mijn ziel, degenen die mediteren op de Naam van de Heer hebben veel geluk. ||3||
Door Zijn Barmhartigheid komt God ons tegemoet, o mijn ziel; door de leringen van de Guru openbaart Hij Zijn Naam.
Zonder de Heer ben ik zo verdrietig, o mijn ziel – zo verdrietig als de lotus zonder water.
De Perfecte Goeroe heeft mij verenigd, o mijn ziel, met de Heer, mijn beste vriend, de Heer God.
Gezegend, gezegend is de Guru, die mij de Heer heeft laten zien, o mijn ziel; dienaar Nanak bloeit op in de Naam van de Heer. ||4||1||
Raag Bihaagraa, Vierde Mehl:
De Naam van de Heer, Har, Har, is Ambrozijnnectar, o mijn ziel; door de leringen van de Guru wordt deze nectar verkregen.
Trots in Maya is vergif, o mijn ziel; door de Ambrosiale Nectar van de Naam wordt dit gif uitgeroeid.
De droge geest wordt verjongd, o mijn ziel, terwijl ik mediteer op de Naam van de Heer, Har, Har.
De Heer heeft mij de vooraf bepaalde zegen van een hoge bestemming gegeven, o mijn ziel; dienaar Nanak gaat op in de Naam, de Naam van de Heer. ||1||
Mijn geest is gehecht aan de Heer, o mijn ziel, zoals een kind dat de melk van zijn moeder zuigt.
Zonder de Heer vind ik geen vrede, o mijn ziel; Ik ben als de zangvogel, die roept zonder regendruppels.
Ga en zoek het Heiligdom van de Ware Goeroe, o mijn ziel; Hij zal u vertellen over de glorieuze deugden van de Here God.
Dienaar Nanak is opgegaan in de Heer, o mijn ziel; de vele melodieën van de Shabad weerklinken in zijn hart. ||2||
Door egoïsme worden de eigenzinnige manmukhs gescheiden, o mijn ziel; gebonden aan vergif, worden ze verbrand door egoïsme.
Net als de duif, die zelf in de val trapt, o mijn ziel, vallen alle eigenzinnige manmukhs onder de invloed van de dood.
Die eigenzinnige manmukhs die hun bewustzijn op Maya richten, o mijn ziel, zijn dwaze, kwade demonen.