O Nanak, als het de Sint behaagt, zelfs dan, kan hij gered worden. ||2||
De lasteraar van de Heilige is de ergste boosdoener.
De lasteraar van de Heilige heeft niet eens een moment rust.
De lasteraar van de Sint is een brutale slager.
De lasteraar van de Heilige wordt vervloekt door de Transcendente Heer.
De lasteraar van de Heilige heeft geen koninkrijk.
De lasteraar van de heilige wordt ellendig en arm.
De lasteraar van de Heilige loopt alle ziekten op.
De lasteraar van de Heilige is voor altijd gescheiden.
Een heilige belasteren is de ergste zonde aller zonden.
O Nanak, als het de Sint behaagt, dan mag zelfs deze bevrijd worden. ||3||
De lasteraar van de Heilige is voor altijd onrein.
De lasteraar van de Sint is niemands vriend.
De lasteraar van de Heilige zal gestraft worden.
De lasteraar van de Sint wordt door iedereen in de steek gelaten.
De lasteraar van de Sint is totaal egocentrisch.
De lasteraar van de Heilige is voor altijd corrupt.
De lasteraar van de Heilige moet geboorte en dood ondergaan.
De lasteraar van de Heilige kent geen vrede.
De lasteraar van de Heilige heeft geen rustplaats.
O Nanak, als het de Sint behaagt, dan kan zelfs zo iemand in eenheid opgaan. ||4||
De lasteraar van de Sint gaat halverwege kapot.
De lasteraar van de Sint kan zijn taken niet volbrengen.
De lasteraar van de Heilige dwaalt rond in de wildernis.
De lasteraar van de heilige wordt tot troosteloosheid misleid.
De lasteraar van de heilige is leeg van binnen,
als het lijk van een dode man, zonder levensadem.
De lasteraar van de Sint heeft helemaal geen erfgoed.
Hij moet zelf eten wat hij heeft geplant.
De lasteraar van de Sint kan door niemand anders worden gered.
O Nanak, als het de Sint behaagt, kan zelfs hij gered worden. ||5||
De lasteraar van de Sint huilt zo
als een vis, uit het water, kronkelend van de pijn.
De lasteraar van de heilige heeft honger en is nooit tevreden,
zoals vuur niet bevredigd wordt door brandstof.
De lasteraar van de heilige wordt helemaal alleen gelaten,
zoals de ellendige onvruchtbare sesamstengel die in het veld is achtergelaten.
De lasteraar van de Heilige is verstoken van geloof.
De lasteraar van de Sint liegt voortdurend.
Het lot van de lasteraar is vanaf het allereerste begin der tijden voorbestemd.
O Nanak, alles wat Gods Wil behaagt, zal gebeuren. ||6||
De lasteraar van de Sint raakt misvormd.
De lasteraar van de Sint krijgt zijn straf in het Hof van de Heer.
De lasteraar van de Heilige verkeert voor eeuwig in het ongewisse.
Hij sterft niet, maar hij leeft ook niet.
De hoop van de lasteraar van de heilige wordt niet vervuld.
De lasteraar van de Sint vertrekt teleurgesteld.
Door de heilige te belasteren, bereikt niemand voldoening.
Zoals het de Heer behaagt, zo worden mensen ook;
niemand kan zijn daden uit het verleden uitwissen.
O Nanak, alleen de Ware Heer weet alles. ||7||
Alle harten zijn van Hem; Hij is de Schepper.
Voor eeuwig en altijd buig ik eerbiedig voor Hem.
Prijs God, dag en nacht.
Mediteer op Hem met elke ademhaling en elke hap voedsel.
Alles gebeurt zoals Hij wil.
Zoals Hij wil, zo worden mensen.
Hijzelf is het stuk, en Hijzelf is de acteur.
Wie kan hierover nog meer spreken of beraadslagen?