Raamkalee, Vijfde Mehl:
Eer de Ene, aan wie alles toebehoort.
Laat je egoïstische trots achter je.
Jij behoort Hem toe; iedereen behoort Hem toe.
Aanbid en aanbid Hem, en je zult voor altijd vrede hebben. ||1||
Waarom dwaal je rond in twijfel, dwaas?
Zonder de Naam, de Naam van de Heer, heeft niets enig nut. Terwijl ze uitriepen: 'Van mij, van mij', zijn velen vertrokken, met spijt van berouw. ||1||Pauze||
Wat de Heer ook heeft gedaan, accepteer dat als goed.
Zonder te accepteren, zul je je vermengen met stof.
Zijn Wil lijkt mij zoet.
Door de genade van de Guru komt Hij in de geest wonen. ||2||
Hijzelf is zorgeloos en onafhankelijk, onmerkbaar.
Vierentwintig uur per dag, o geest, mediteer op Hem.
Wanneer Hij in het bewustzijn komt, wordt de pijn verdreven.
Hier en hierna zal je gezicht stralend en helder zijn. ||3||
Wie, en hoeveel zijn er gered, terwijl ze de glorieuze lofzangen van de Heer zingen?
Ze kunnen niet worden geteld of geëvalueerd.
Zelfs het zinkende ijzer wordt gered in de Saadh Sangat, het Gezelschap van de Heiligen,
O Nanak, terwijl Zijn Genade wordt ontvangen. ||4||31||42||
Raamkalee, Vijfde Mehl:
Mediteer in gedachten op de Heer God.
Dit is de leer gegeven door de perfecte goeroe.
Alle angsten en verschrikkingen worden weggenomen,
en uw hoop zal vervuld worden. ||1||
Dienstbaarheid aan de goddelijke goeroe is vruchtbaar en lonend.
Zijn waarde kan niet worden beschreven; de Ware Heer is onzichtbaar en mysterieus. ||1||Pauze||
Hijzelf is de doener, de oorzaak van de oorzaken.
Mediteer voor altijd op Hem, o mijn geest,
En Hem voortdurend dienen.
Je zult gezegend worden met waarheid, intuïtie en vrede, o mijn vriend. ||2||
Mijn Heer en Meester is zo geweldig.
In een ogenblik vestigt en heft Hij op.
Er is niemand anders dan Hij.
Hij is de reddende genade van Zijn nederige dienaar. ||3||
Heb alstublieft medelijden met mij en hoor mijn gebed,
opdat Uw dienaar het gezegende visioen van Uw Darshan mag aanschouwen.
Nanak zingt het gezang van de Heer,
wiens glorie en uitstraling de hoogste van allemaal zijn. ||4||32||43||
Raamkalee, Vijfde Mehl:
Vertrouwen op de sterfelijke mens is nutteloos.
O God, mijn Heer en Meester, U bent mijn enige Steun.
Ik heb alle andere hoop verworpen.
Ik heb mijn zorgeloze Heer en Meester ontmoet, de schat van de deugd. ||1||
Mediteer alleen op de Naam van de Heer, o mijn geest.
Uw zaken zullen perfect worden opgelost; zing de Glorieuze Lof van de Heer, Har, Har, Har, O mijn geest. ||1||Pauze||
Jij bent de doener, de oorzaak van de oorzaken.
Uw lotusvoeten, Heer, zijn mijn Heiligdom.
Ik mediteer op de Heer in mijn geest en lichaam.
De gelukzalige Heer heeft Zijn gedaante aan mij geopenbaard. ||2||
Ik zoek Zijn eeuwige steun;
Hij is de Schepper van alle wezens.
Door de Heer in meditatie te gedenken, wordt de schat verkregen.
Op het allerlaatste moment zal Hij uw Verlosser zijn. ||3||
Wees het stof van de voeten van alle mannen.
Roei zelfverwaandheid uit en ga op in de Heer.
Mediteer dag en nacht op de Naam, de Naam van de Heer.
O Nanak, dit is de meest lonende activiteit. ||4||33||44||
Raamkalee, Vijfde Mehl:
Hij is de doener, de oorzaak van de oorzaken, de milddadige Heer.
De barmhartige Heer koestert alles.
De Heer is onzichtbaar en oneindig.
God is groot en eindeloos. ||1||