Gauree, Vijfde Mehl:
Iemand die de Naam van de Heer vergeet, lijdt pijn.
Degenen die zich aansluiten bij de Saadh Sangat, het Gezelschap van de Heiligen, en bij de Heer stilstaan, vinden de Oceaan van deugd. ||1||Pauze||
Die Gurmukhs wiens harten gevuld zijn met wijsheid,
houden de negen schatten en de wonderbaarlijke spirituele krachten van de Siddha's in de palmen van hun handen. ||1||
Zij die de Heer God kennen als hun Meester,
kom niets tekort. ||2||
Degenen die de Schepper Heer realiseren,
geniet van alle rust en plezier. ||3||
Degenen wier innerlijke huizen gevuld zijn met de rijkdom van de Heer
- zegt Nanak, in hun gezelschap verdwijnt de pijn. ||4||9||147||
Gauree, Vijfde Mehl:
Je trots is zo groot, maar hoe zit het met je afkomst?
Je kunt niet blijven, hoezeer je ook probeert vast te houden. ||1||Pauze||
Dat wat verboden is door de Veda’s en de Heiligen – daar ben je verliefd op.
Net als de gokker die het kansspel verliest, word jij vastgehouden in de kracht van zintuiglijke verlangens. ||1||
Degene die Almachtig is om leeg te maken en te vullen – jij hebt geen liefde voor Zijn Lotusvoeten.
O Nanak, ik ben gered in de Saadh Sangat, het Gezelschap van de Heiligen. Ik ben gezegend door de Schat van Barmhartigheid. ||2||10||148||
Gauree, Vijfde Mehl:
Ik ben de slaaf van mijn Heer en Meester.
Ik eet wat God mij geeft. ||1||Pauze||
Zo is mijn Heer en Meester.
In een ogenblik schept en verfraait Hij. ||1||
Ik doe dat werk dat mijn Heer en Meester behaagt.
Ik zing de liederen van Gods glorie en Zijn wonderbaarlijke spel. ||2||
Ik zoek het Heiligdom van de Eerste Minister van de Heer;
Als ik Hem aanschouw, wordt mijn geest getroost en getroost. ||3||
De Ene Heer is mijn steun, de Ene is mijn vaste anker.
Dienaar Nanak is betrokken bij het werk van de Heer. ||4||11||149||
Gauree, Vijfde Mehl:
Is er iemand die zijn ego kan vernietigen,
en zijn gedachten afwenden van deze lieve Maya? ||1||Pauze||
De mensheid verkeert in spirituele onwetendheid; mensen zien dingen die niet bestaan.
De nacht is donker en somber; hoe zal de ochtend aanbreken? ||1||
Dwalend, overal ronddwalend, ben ik moe geworden; Ik heb van alles geprobeerd, ik heb gezocht.
Zegt Nanak: Hij heeft mij genade betoond; Ik heb de schat gevonden van de Saadh Sangat, het Gezelschap van de Heiligen. ||2||12||150||
Gauree, Vijfde Mehl:
Hij is het Wensvervullende Juweel, de Belichaming van Barmhartigheid. ||1||Pauze||
De Allerhoogste Heer God is Barmhartig jegens de zachtmoedigen; Door te mediteren ter nagedachtenis aan Hem wordt vrede verkregen. ||1||
De wijsheid van het onsterfelijke oerwezen gaat het begrip te boven. Door Zijn Lof te horen, worden miljoenen zonden uitgewist. ||2||
O God, Schat van Barmhartigheid, zegen Nanak alstublieft met Uw vriendelijkheid, zodat hij de Naam van de Heer, Har, Har, mag herhalen. ||3||13||151||
Gauree Poorbee, vijfde Mehl:
O mijn geest, in het Heiligdom van God wordt vrede gevonden.
Die dag, waarop de Gever van leven en vrede wordt vergeten, die dag gaat nutteloos voorbij. ||1||Pauze||
bent slechts één nacht te gast geweest en toch hoopt u nog vele jaren te leven.
Huishoudens, herenhuizen en rijkdom – wat er ook te zien is, is als de schaduw van een boom. ||1||
Mijn lichaam, rijkdom en al mijn tuinen en bezittingen zullen allemaal voorbijgaan.
Je bent je Heer en Meester, de Grote Gever, vergeten. In een mum van tijd zullen deze van iemand anders zijn. ||2||