De leringen van de Guru zijn nuttig voor mijn ziel. ||1||
Als ik op deze manier de Naam van de Heer zing, is mijn geest tevreden.
Ik heb de zalf van spirituele wijsheid verkregen en het Woord van de Shabad van de Goeroe herkend. ||1||Pauze||
Vermengd met de Ene Heer geniet ik van intuïtieve vrede.
Door de Onbevlekte Bani van het Woord zijn mijn twijfels weggenomen.
In plaats van de bleke kleur van Maya, ben ik doordrenkt met de diepe karmozijnrode kleur van de Liefde van de Heer.
Door de genadeblik van de Heer is het gif geëlimineerd. ||2||
Toen ik me afwendde en dood werd terwijl ik nog leefde, werd ik wakker.
Terwijl ik het Woord van de Shabad chant, is mijn geest gehecht aan de Heer.
Ik heb de sublieme essentie van de Heer verzameld en het gif uitgeworpen.
Door in Zijn Liefde te blijven, is de angst voor de dood weggelopen. ||3||
Mijn smaak voor plezier eindigde, samen met conflicten en egoïsme.
Mijn bewustzijn is afgestemd op de Heer, door de Orde van het Oneindige.
Mijn streven naar wereldse trots en eer is voorbij.
Toen Hij mij zegende met Zijn blik van genade, werd er vrede in mijn ziel gevestigd. ||4||
Zonder jou zie ik helemaal geen vriend.
Wie moet ik dienen? Aan wie moet ik mijn bewustzijn wijden?
Aan wie moet ik het vragen? Aan wiens voeten moet ik vallen?
Door wiens leringen zal ik verzonken blijven in Zijn Liefde? ||5||
Ik dien de Guru, en ik val aan de voeten van de Guru.
Ik aanbid Hem, en ik ga op in de Naam van de Heer.
De liefde van de Heer is mijn instructie, preek en voedsel.
Op bevel van de Heer ben ik het huis van mijn innerlijke zelf binnengegaan. ||6||
Met het uitsterven van trots heeft mijn ziel vrede en meditatie gevonden.
Het goddelijke licht is aangebroken en ik ben geabsorbeerd in het licht.
Het vooraf bepaalde lot kan niet worden uitgewist; de Shabad is mijn vaandel en insigne.
Ik ken de Schepper, de Schepper van Zijn Schepping. ||7||
Ik ben geen geleerde Pandit, ik ben niet slim of wijs.
Ik dwaal niet af; Ik laat mij niet misleiden door twijfel.
Ik spreek geen holle woorden; Ik heb de Hukam van Zijn Commando herkend.
Nanak gaat op in intuïtieve vrede door de leringen van de Guru. ||8||1||
Gauree Gwaarayree, Eerste Mehl:
De geest is een olifant in het bos van het lichaam.
De Guru is de controlerende stok; wanneer het insigne van de ware Shabad wordt toegepast,
Men verkrijgt eer aan het Hof van God de Koning. ||1||
Hij kan niet door slimme trucs gekend worden.
Hoe kan Zijn waarde geschat worden, zonder de geest te onderwerpen? ||1||Pauze||
In het huis van het zelf bevindt zich de Ambrosiale Nectar, die door de dieven wordt gestolen.
Niemand kan nee tegen ze zeggen.
Hijzelf beschermt ons en zegent ons met grootsheid. ||2||
Er zijn miljarden, ontelbare miljarden vuren van verlangen in de zetel van de geest.
Ze worden alleen gedoofd met het water van begrip, verstrekt door de Guru.
Door mijn geest aan te bieden, heb ik het bereikt, en ik zing met vreugde Zijn glorieuze lof. ||3||
Net zoals Hij zich in het huis van het zelf bevindt, zo is Hij daarbuiten ook.
Maar hoe kan ik Hem beschrijven, zittend in een grot?
De onbevreesde Heer is in de oceanen, net zoals Hij in de bergen is. ||4||
Vertel me eens, wie kan iemand vermoorden die al dood is?
Waar is hij bang voor? Wie kan de onbevreesde bang maken?
Hij herkent het Woord van de Shabad, in alle drie de werelden. ||5||
Iemand die spreekt, beschrijft alleen maar spraak.
Maar wie het begrijpt, realiseert zich intuïtief.
Als ik het zie en erover nadenk, geeft mijn geest zich over. ||6||
Lof, schoonheid en bevrijding liggen in de Ene Naam.
Daarin doordringt en doordringt de Onbevlekte Heer.
Hij woont in het huis van het zelf, en op Zijn eigen sublieme plek. ||7||
De vele stille wijzen prijzen Hem liefdevol.