O Nanak, in het gezelschap van de Heiligen wordt iemands leven vruchtbaar. ||5||
In het gezelschap van de Heiligen is er geen lijden.
Het gezegende visioen van hun Darshan brengt een sublieme, gelukkige vrede.
In het Gezelschap van de Heiligen worden oneffenheden verwijderd.
In het Gezelschap van de Heiligen is de hel ver weg.
In het gezelschap van de Heiligen is men hier en in het hiernamaals gelukkig.
In het Gezelschap van de Heiligen worden de afgescheidenen herenigd met de Heer.
De vruchten van iemands verlangens worden verkregen.
In het Gezelschap van de Heiligen gaat niemand met lege handen.
De Allerhoogste Heer God woont in de harten van de Heiligen.
O Nanak, luisterend naar de lieve woorden van de Heiligen, wordt iemand gered. ||6||
Luister in het gezelschap van de Heiligen naar de Naam van de Heer.
Zing in het gezelschap van de heiligen de glorieuze lofzangen van de Heer.
In het gezelschap van de Heiligen, vergeet Hem niet uit uw gedachten.
In het gezelschap van de Heiligen zul je zeker gered worden.
In het gezelschap van de heiligen lijkt God heel lieflijk.
In het Gezelschap van de Heiligen wordt Hij in ieder hart gezien.
In het gezelschap van de heiligen worden we gehoorzaam aan de Heer.
In het gezelschap van de heiligen bereiken we de staat van verlossing.
In het Gezelschap van de Heiligen worden alle ziekten genezen.
O Nanak, door de hoogste bestemming ontmoet men het Heilige. ||7||
De glorie van het Heilige volk is niet bekend in de Veda’s.
Ze kunnen alleen beschrijven wat ze hebben gehoord.
De grootsheid van het Heilige volk gaat verder dan de drie kwaliteiten.
De grootsheid van het Heilige volk is allesdoordringend.
De glorie van het Heilige volk kent geen grenzen.
De glorie van het Heilige volk is oneindig en eeuwig.
De glorie van het Heilige volk is het hoogste van het hoge.
De glorie van het Heilige volk is de grootste van de groten.
De glorie van het Heilige volk is alleen van hen;
O Nanak, er is geen verschil tussen het Heilige volk en God. ||8||7||
Salok:
De Ware is in zijn gedachten, en de Ware ligt op zijn lippen.
Hij ziet alleen de Ene.
O Nanak, dit zijn de kwaliteiten van het godsbewuste wezen. ||1||
Ashtapadee:
Het Godbewuste wezen is altijd ongebonden,
terwijl de lotus in het water onthecht blijft.
Het Godbewuste wezen is altijd onbevlekt,
zoals de zon, die iedereen troost en warmte geeft.
Het Godbewuste wezen kijkt naar iedereen hetzelfde,
zoals de wind, die gelijkelijk op de koning en de arme bedelaar waait.
Het Godbewuste wezen heeft een standvastig geduld,
zoals de aarde, die door de een wordt uitgegraven en door de ander met sandelpasta wordt ingesmeerd.
Dit is de kwaliteit van het godsbewuste wezen:
O Nanak, zijn inherente aard is als een verwarmend vuur. ||1||
Het Godbewuste wezen is het zuiverste van het zuivere;
vuil hecht niet aan water.
De geest van het Godbewuste wezen is verlicht,
zoals de lucht boven de aarde.
Voor het Godbewuste wezen zijn vriend en vijand hetzelfde.
Het Godbewuste wezen kent geen egoïstische trots.
Het Godbewuste wezen is het hoogste van het hoge.
In zijn eigen geest is hij de meest bescheiden van allemaal.
Alleen zij worden godbewuste wezens,
Nanak, die God Zelf zo heeft gemaakt. ||2||
Het Godbewuste wezen is het stof van alles.
Het Godbewuste wezen kent de aard van de ziel.
Het Godbewuste wezen toont vriendelijkheid jegens iedereen.
Er komt geen kwaad van het Godbewuste wezen.
Het Godbewuste wezen is altijd onpartijdig.