Gauree, Kabeer Jee:
In de duisternis kan niemand rustig slapen.
De koning en de bedelaar huilen en huilen allebei. ||1||
Zolang de tong de Naam van de Heer niet zingt,
de persoon blijft komen en gaan in reïncarnatie en schreeuwt het uit van de pijn. ||1||Pauze||
Het is als de schaduw van een boom;
als de levensadem uit het sterfelijke wezen verdwijnt, vertel me dan eens, wat gebeurt er met zijn rijkdom? ||2||
Het is als de muziek in het instrument;
Hoe kan iemand het geheim van de doden kennen? ||3||
Net als de zwaan op het meer zweeft de dood over het lichaam.
Drink het zoete elixer van de Heer, Kabeer. ||4||8||
Gauree, Kabeer Jee:
De schepping is geboren uit het Licht, en het Licht is in de schepping.
Het draagt twee vruchten: het valse glas en de echte parel. ||1||
Waar is dat huis, waarvan wordt gezegd dat het vrij van angst is?
Daar wordt de angst verdreven en leeft men zonder angst. ||1||Pauze||
Aan de oevers van heilige rivieren wordt de geest niet gerustgesteld.
Mensen blijven verstrikt in goede en slechte daden. ||2||
Zonde en deugd zijn beide hetzelfde.
In het huis van je eigen wezen bevindt zich de Steen der Wijzen; geef uw zoektocht naar welke andere deugd dan ook op. ||3||
Kabeer: O waardeloze sterveling, verlies de Naam, de Naam van de Heer, niet.
Houd deze geest bij deze betrokkenheid betrokken. ||4||9||
Gauree, Kabeer Jee:
Hij beweert de Heer te kennen, die onmetelijk en ondenkbaar is;
door louter woorden is hij van plan de hemel binnen te gaan. ||1||
Ik weet niet waar de hemel is.
Iedereen beweert dat hij van plan is daarheen te gaan. ||1||Pauze||
Door louter te praten wordt de geest niet gerustgesteld.
De geest wordt pas gekalmeerd als het egoïsme overwonnen is. ||2||
Zolang de geest gevuld is met het verlangen naar de hemel,
hij woont niet aan de voeten van de Heer. ||3||
Zegt Kabeer, aan wie moet ik dit vertellen?
De Saadh Sangat, het Gezelschap van de Heiligen, is de hemel. ||4||10||
Gauree, Kabeer Jee:
We worden geboren en groeien, en als we volwassen zijn, gaan we dood.
Voor onze ogen vergaat deze wereld. ||1||
Hoe kun je niet sterven van schaamte en beweren: Deze wereld is van mij?
Op het allerlaatste moment is niets van jou. ||1||Pauze||
Door verschillende methoden uit te proberen, koester je je lichaam,
maar op het moment van overlijden wordt het in het vuur verbrand. ||2||
Je brengt sandelhoutolie aan op je ledematen,
maar dat lichaam wordt verbrand met het brandhout. ||3||
Zegt Kabeer, luister, o deugdzame mensen:
jouw schoonheid zal verdwijnen, terwijl de hele wereld toekijkt. ||4||11||
Gauree, Kabeer Jee:
Waarom huil en treur je als iemand anders sterft?
Doe dit alleen als u zelf wilt blijven leven. ||1||
Ik zal niet sterven zoals de rest van de wereld sterft,
want nu heb ik de levengevende Heer ontmoet. ||1||Pauze||
Mensen zalven hun lichaam met geurige oliën,
en in dat plezier vergeten ze de opperste gelukzaligheid. ||2||
Er is één put en vijf waterdragers.
Ook al is het touw gebroken, de dwazen blijven proberen water te putten. ||3||
Zegt Kabeer: door contemplatie heb ik dit ene inzicht verkregen.
Er is geen bron en geen waterdrager. ||4||12||
Gauree, Kabeer Jee:
De mobiele en onbeweeglijke wezens, insecten en motten
– in talloze levens heb ik die vele vormen doorlopen. ||1||