De Siddha's in Samaadhi zingen over jou; de Saadhu's zingen in contemplatie over U.
De celibatairen, de fanatici en de vreedzaam aanvaardenden zingen van U; de onbevreesde strijders zingen over U.
De pandits, de religieuze geleerden die de Veda’s reciteren, zingen samen met de allerhoogste wijzen van alle tijden over u.
De Mohinis, de betoverende hemelse schoonheden die harten verleiden naar het paradijs, in deze wereld en in de onderwereld van het onderbewustzijn, zingen over jou.
De hemelse juwelen die door U zijn geschapen, en de achtenzestig heilige heiligdommen voor bedevaarten, zingen over U.
De dappere en machtige strijders zingen over U. De spirituele helden en de vier bronnen van de schepping zingen over U.
De werelden, zonnestelsels en sterrenstelsels, gecreëerd en gearrangeerd door Uw Hand, zingen over U.
Zij alleen zingen over U, die Uw Wil behaagt. Uw toegewijden zijn doordrongen van Uw Sublieme Essentie.
Zoveel anderen zingen over U, daar denk ik niet aan. O Nanak, hoe kan ik ze allemaal bedenken?
Die Ware Heer is Waar, voor altijd Waar, en Waar is Zijn Naam.
Dat is hij, en dat zal altijd zo blijven. Hij zal niet vertrekken, zelfs niet wanneer dit universum dat Hij heeft geschapen, vertrekt.
Hij schiep de wereld, met zijn verschillende kleuren, soorten wezens en de verscheidenheid van Maya.
Nadat Hij de schepping geschapen heeft, waakt Hij er Zelf over, door Zijn Grootheid.
Hij doet wat Hij wil. Niemand kan Hem enig bevel geven.
Hij is de Koning, de Koning der koningen, de Allerhoogste Heer en Meester der koningen. Nanak blijft onderworpen aan Zijn Wil. ||1||
Aasaa, eerste Mehl:
Bij het horen van Zijn Grootheid noemt iedereen Hem Groot.
Maar hoe groot Zijn Grootheid precies is, dat is alleen bekend aan degenen die Hem hebben gezien.
Zijn waarde kan niet worden geschat; Hij is niet te beschrijven.
Degenen die U beschrijven, Heer, blijven ondergedompeld en verzonken in U. ||1||
O mijn Grote Heer en Meester van Ondoorgrondelijke Diepte, U bent de Oceaan van Uitmuntendheid.
Niemand kent de omvang of de uitgestrektheid van Uw Uitgestrektheid. ||1||Pauze||
Alle intuïtieven ontmoetten elkaar en beoefenden intuïtieve meditatie.
Alle taxateurs kwamen bijeen en maakten de taxatie.
De spirituele leraren, de leraren van meditatie en de leraren van leraren
-ze kunnen zelfs geen greintje van Uw Grootheid beschrijven. ||2||
Alle waarheid, alle strenge discipline, alle goedheid,
alle grote wonderbaarlijke spirituele krachten van de Siddha's
zonder U heeft niemand zulke krachten verworven.
Ze worden alleen door Uwe Genade ontvangen. Niemand kan ze blokkeren of hun stroom stoppen. ||3||
Wat kunnen de arme, hulpeloze wezens doen?
Uw Lof vloeit over van Uw Schatten.
Degenen aan wie U geeft, hoe kunnen zij aan iemand anders denken?
O Nanak, de Ware verfraait en verheerlijkt. ||4||2||
Aasaa, eerste Mehl:
Terwijl ik het zing, leef ik; als ik het vergeet, sterf ik.
Het is zo moeilijk om de Ware Naam te chanten.
Als iemand honger voelt naar de Ware Naam,
dat de honger zijn pijn zal verteren. ||1||
Hoe kan ik Hem vergeten, o mijn moeder?
Waar is de Meester, Waar is Zijn Naam. ||1||Pauze||
Ik probeer zelfs maar een greintje van de Grootsheid van de Ware Naam te beschrijven,
mensen zijn moe geworden, maar ze hebben het niet kunnen beoordelen.
Zelfs als iedereen samen zou komen en over Hem zou spreken,
Hij zou niet groter of kleiner worden. ||2||
Die Heer sterft niet; er is geen reden om te rouwen.
Hij blijft geven, en Zijn voorzieningen komen nooit tekort.
Deze deugd is alleen van Hem; er is geen ander zoals Hij.
Dat is er nooit geweest en dat zal er ook nooit zijn. ||3||
Zo groot als U zelf bent, O Heer, zo groot zijn Uw gaven.