De heiligen van de Heer zijn voor altijd standvastig en stabiel; zij aanbidden en aanbidden Hem, en zingen de Naam van de Heer.
Degenen die barmhartig gezegend zijn door de Heer van het Universum, sluiten zich aan bij de Sat Sangat, de Ware Congregatie. ||3||
Moeder, vader, echtgenoot, kinderen en rijkdom gaan uiteindelijk niet met je mee.
Zegt Kabeer, mediteer en tril op de Heer, o gek. Je leven is nutteloos aan het wegkwijnen. ||4||1||
Ik ken de grenzen van Uw Koninklijke Ashram niet.
Ik ben de nederige slaaf van Uw heiligen. ||1||Pauze||
Degene die gaat lachen komt huilend terug, en degene die gaat huilen komt lachend terug.
Wat bewoond is, wordt verlaten, en wat verlaten is, wordt bewoond. ||1||
Het water verandert in een woestijn, de woestijn verandert in een put en de put verandert in een berg.
Van de aarde wordt de sterveling verheven tot de Akaashische ethers; en vanuit de ethers in de hoogte wordt hij weer naar beneden geworpen. ||2||
De bedelaar wordt in een koning veranderd, en de koning in een bedelaar.
De idiote dwaas wordt getransformeerd in een pandit, een religieus geleerde, en de pandit in een dwaas. ||3||
De vrouw wordt veranderd in een man, en de mannen in vrouwen.
Zegt Kabeer: God is de Geliefde van de Heilige Heiligen. Ik ben een offer aan Zijn beeld. ||4||2||
Saarang, het woord van Naam Dayv Jee:
Eén Universele Schepper-God. Bij de gratie van de ware goeroe:
O sterveling, waarom ga je het bos van corruptie in?
Je bent misleid om het giftige medicijn te eten. ||1||Pauze||
Je bent als een vis die in het water leeft;
je ziet het net van de dood niet.
Terwijl je de smaak probeert te proeven, slik je de haak door.
Je bent gebonden door gehechtheid aan rijkdom en vrouw. ||1||
De bij slaat heel veel honing op;
Dan komt er iemand, pakt de honing en gooit stof in zijn mond.
De koe slaat heel veel melk op;
dan komt de melkboer, bindt hem bij zijn nek en melkt hem. ||2||
In het belang van Maya werkt de sterveling heel hard.
Hij neemt de rijkdom van Maya en begraaft deze in de grond.
Hij verwerft zoveel, maar de dwaas waardeert het niet.
Zijn rijkdom blijft begraven in de grond, terwijl zijn lichaam in stof verandert. ||3||
Hij brandt in een enorm seksueel verlangen, onopgeloste woede en verlangen.
Hij sluit zich nooit aan bij de Saadh Sangat, het Gezelschap van de Heiligen.
Zegt Naam Dayv, zoek Gods schuilplaats;
wees onbevreesd en vibreer op de Here God. ||4||1||
Waarom sluit u geen weddenschap met mij, O Heer van de Rijkdom?
Van de meester komt de dienaar, en van de dienaar komt de meester. Dit is het spel dat ik met jou speel. ||1||Pauze||
U bent zelf de godheid en U bent de tempel van aanbidding. Jij bent de toegewijde aanbidder.
Vanuit het water stijgen de golven op, en vanuit de golven het water. Ze verschillen alleen door stijlfiguren. ||1||
Jij zingt zelf en jij danst zelf. Jijzelf blaast op de bugel.
Naam Dayv zegt: U bent mijn Heer en Meester. Uw nederige dienaar is onvolmaakt; Jij bent perfect. ||2||2||
Zegt God: mijn slaaf is alleen aan mij toegewijd; hij is naar mijn beeld.
De aanblik van hem, zelfs voor een ogenblik, geneest de drie koortsen; zijn aanraking brengt bevrijding uit de diepe donkere put van huishoudelijke aangelegenheden. ||1||Pauze||
De toegewijde kan iedereen uit mijn gebondenheid bevrijden, maar ik kan niemand uit de zijne bevrijden.